22 oktober 1648: Koakken van Chmelnitski roeiden de gehele joodse bevolking van Tomaszow (PL) uit. 22 oktober 1905: In verschillende delen van de USSR braken pogroms uit. Joodse huizen en winkels werden geplunderd, vernield en synagogen werden ontwijd. Een joodse kind en 8 joden kwamen om het leven en velen raakten verwond. 22 oktober 1940: 15000 joden uit steden in het Rijnland werden door de nazi’s gedeporteerd naar interneringskampen aan de voet van de Pyreneeën. Een deel kwam vervolgens in Drancy (Parijs) terecht en uiteindelijk in Auschwitz, wat de meeste niet overleefden. 22 oktober 1941: Het kleine getto van Wilno werd ontruimd en de bewoners werden in de bossen van Ponary door de SS vermoord. 8000 joden uit omgeving Tsjernovtsy werden in het getto verzameld en te voet weggestuurd naar Markoelesji. Degene die het tempo niet konden bijbenen werden door Duitse soldaten doodgeschoten. De overlevenden van deze “mars” werden van Markoelesji naar verschillende kampen gedeporteerd. 22 oktober 1942: Transport van 8000 joden van het getto van Theresienstadt naar Treblinka. Bij aankomst werden zij direct vergast. Zo ook 1500 joden van Drzewica, 1900 van Ilza, 22000 joden van het getto van Piotrkow Trybunalski en 400 joden van Nowe Miasto (PL). 1000 joden van Schodnica werden door de SS en Oekrainse politie vermoord. |