19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Boosheid
Publicatiedatum: zondag 13 juli 2014 Auteur: Redactie | 1.785 keer gelezen
Redactie, Talmoed Tora, Moessar [ethiek], Boosheid, Pad der Oprechten [Mesillat Yesharim] »

'Al-tvahel broechacha lich'os kie cha'as, bchejq ksieliem janoeach... wees nooit te snel in je gemoed boos, want ergernis rust in de boezem van de dwazen..." [Kohelet/Pred. 7:9]. Binnen het Jodendom is het bekend dat de middah – eigenschap – van boosheid – ka'as wordt beschouwd als zowel zondig als vernietigend.

De RaMBaM leert in Hilchos Dei'os hfst. 1 dat je in principe met alle middot, karaktertrekken, je de gulden middenweg moeten hanteren en dus niet naar de uitersten wijken. Neem bijvoorbeeld tsadaka [liefdadigheid]. Men mag niet met de hand op de knip rondlopen, noch liefdadigheid geven boven zijn kunnen. Zo ook moet jezelf in een staat van vreugde en tevredenheid bevinden en geen verdriet hebben. Maar je moet niet op zoek gaan onnodige plezier en gelach [leidt tot frivoliteit en zonde]. Zelfs boosheid mag alleen gevoeld worden. Het moet daarnaast alleenom hele belangrijke dingen gaan. Het gevoel van boosheid moet niet meer of minder dan een waarschuwing zijn, waardoor het ongepast gedrag jegens jou of jouw omgeving niet snel meer herhaald zal worden.

In hoofdstuk 2:3 herziet de RaMBaM dit idee.

Er zijn middot waar men niet de middenweg moet kiezen... dat is arrogantie... en ook boosheid is een extreem slechte middah en het is aan te raden dat je daar afstand van neemt, ook al verdient iemand deze boosheid... en wanneer hij zijn boosheid moet laten zien aan zijn kinderen of zijn huisgenoten... zodat zij zich weer goed gedragen, dan mag hij alleen de boosheid laten zien voor het effect, maar hij mag geen boosheid voelen. De Geleerden hebben gezegd dat 'iemand die boos wordt, wordt beschouwd als of hij avodah zara[afgoderij] pleegt' [Shabbot 105b]. Ook al gaat het om een geleerde, zijn kennis zal hem dan verlaten en als hij een profeet is, zal profetie hem verlaten. En degene die opgaat in zijn boosheid, mag hun leven niet leven niet genoemd worden.”

In Avot 5:14 worden diverse vormen van boosheid genoemd.

1. Iemand gemakkelijk kwaad wordt, maar ook weer gemakkelijk weer goed wordt. Bij hem wordt het verkeerde gecompenseerd door het goede.
2. Iemand moeilijk kwaad wordt, maar ook weer moeilijk goed. Bij hem gaat et goede teniet door het verkeerde.
3. Iemand moeilijk kwaad wordt, maar gemakkelijk weer goed, heeft een vroom gemoed.
4. Iemand gemakkelijk kwaad wordt, maar moeilijk weer goed, heeft een slecht gemoed.

Messilat Yeshariem hoofdstuk 11 [geschreven door de RaMCHaL] behandelt verschillende vormen van boosheid die in de bovenstaande Misjna Pirke Avot wordt opgenoemd. De RaMCHaL zegt ook in dit zeer bijzonder belangrijk moessar-werkje, dat iemand die snel boos wordt, moeilijk te sussen is daar er iets gebeurd wat tegen zijn wil ingaat en hij is vervuld met woede, zo'n persoon is in staat de hele wereld te vernietigen [“iemand die zijn ziel doormidden scheurt uit woede – moet de wereld door jou troosteloos worden?”Ijov/Job 18:4]. Want zijn intellect is geen heer en meester over hem en is hij net als de wilde dieren die volledig verstoken zijn van enig gezond verstand. Hij is dan ook heel gemakkelijk in staat iedere vorm van zonde te doen. Hij heeft immers geen terughoudendheid, alleen maar woede.

Iemand die niet snel boos wordt, maar wanneer hij eenmaal boos is en niet meer gemakkelijk te sussen is, is ook schadelijk. Want in zijn staat van woede is hij net zoals de voorgenoemde persoon bij machte om onomkeerbare slechte dingen toe doen. Hij is iemand die in zijn boosheid keihard wordt.

In deze categorie bestaat ook de persoon die eveneens niet snel boos wordt, maar als hij eenmaal boos is, blijft hij zijn boosheid voeden. Dit omdat hij diep van binnen gewoon boos blijft. Hij blijft passief, dit ten aanzien van zijn voorgangers. Hoewel deze vorm van boosheid minder schadelijk is als de 2 vorige vormen van boosheid, zolang die boosheid bij dit persoon blijft, blijft hij nog steeds onder boze mensen vallen.

Iemand die niet snel boos wordt en ook nog eens gemakkelijk te sussen is, kent een boosheid die noch vernietigend is, maar ook niet zuiverend. Zijn boosheid is eigenlijk te verwaarlozen. Hoe lang duurt zijn boosheid? Slechts een moment. Niet langer. Vanaf het moment dat de boosheid opkomt, is hij van in staat om vanuit zijn binnenste tot reden te komen. Dat laatste zorgt voor een 'easy going' reactie. Hij is in staat zijn boosheid vanuit zijn binnenste te beteugelen. Dit is een wezenlijk groot verschil met de voorgaande vorm van boosheid, waar iemand zijn boosheid eigenlijk niet laat merken, maar van binnen blijft hij het wel voeden. Deze persoon die moeilijk boos wordt en heel gemakkelijk te sussen is, wordt door de Geleerden alom geprezen met deze prachtige middah die iedereen kan aanleren. Mits je kritisch blijft en je eerlijk blijft afvragen: “ben ik echt niet meer [stiekem] boos?”

Hillel kende geen boosheid! Hij voelde zich nooit beledigd, wat er ook tegen hem of over hem gezegd werd [Shabbot 30b-31a]. Zulke personen zijn volledig gezuiverd van woede en boosheid. Daarom beëindigd de RaMCHaL ook dat zelfs minder ernstige vormen van boosheid onacceptabel is, totdat men het punt bereikt dat hij qasjeh lich'os – moeilijk boos wordt – en ook wenoach lirtsot – weer gemakkelijk te sussen – is. Want de Geleerden roepen ons allemaal in Shabbot 34a op nooit op iemand boos te worden. Natuurlijk betekent dit niet dat je iemand niet op zijn fouten mag wijzen wanneer je niet goed behandeld wordt. Spreek je naaste zonder boosheid op zijn gedrag aan. De RaMCHaL bevestigt de RaMBaM door te stellen dat je gezicht boosheid mag laten zien om iemand weer op de goede weg te zetten, maar je mag geen boosheid voelen. Want zoals in Ijov 5:2 duidelijk staat geschreven: “de dwaas wordt door woede gedood”.

Eruvin 65b: “je kan iemands karakter herkennen aan 3 dingen: door zijn beker[manier van drinken], door zijn zak[hoe gul of gierig is hij] en door zijn boosheid”.

Limud Yomi Kleinman Editie deel I en Messilat Yeshariem hoofdstuk 11

 

©Jodendom-online 2014

 

 

 

Copyright © 2014 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.