15 Niesan 5784 | 23 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Tehilliem/Psalmen 25
Publicatiedatum: woensdag 09 januari 2019 Auteur: redactie | 1.628 keer gelezen
Redactie, Geloof en vertrouwen in Hasjem, Lijden, Tehilliem/Psalmen »

Tesjoeva
“'Al ken joreh hat'iem baderech... daarom leidt Hij zondaars op de weg...” [pasoek 8]. Baderech geeft de weg par excellente aan. Dus de beste weg naar tesjoeva, van berouw. G'd liet aan het begin van de Schepping deze weg van tesjoeva aan Ka'in zien: “'Im tejtiev s'at... als je goed doet... [als je berouw toont] … zal je verhoogd worden [Bereesjiet/Gen. 4:7; Radak]. Hoe laat Hasjem de zondaars deze weg zien?
Door hen te treffen met pijn en ziekte die hun harten tot tesjoeva keren. Daarom moet iedereen zijn moeilijkheden in het leven met open handen aanvaarden, omdat deze van Hasjem komen Die goed en rechtvaardig is [Sha'arei Orah]. Met deze pasoek erkent Dawied Hamelech ook dat Hasjem profeten heeft gestuurd naar het volk om hen bewust te maken van hun zonden en dat zij tesjoeva moet doen. Hasjem rustte Zijn volk toe met de nodige capaciteiten om Torah te lernen en deze ook te kunnen toepassen. Er is een karaktertrek die in ieder mens zit – Joods of niet-Jood – en dat is wanneer hij op de wegen van wijsheid en gerechtigheid wordt gezet. Dan hunkert hij naar hen, maar ook om hen na te streven. Daarom zeggen de geleerden: “Haba' letaher mesajj'ien 'oto... hij die komt om zichzelf te reinigen, zal goddelijke bijstand ontvangen...”. Dat wil zeggen: hij zal ontdekken dat hij wordt ondersteunt in zijn inspanning [RaMBaM Hilchot Teshuva 6:5].

“Jadrech 'anawiem bamisjpat... Hij leidt de nederige met gerechtigheid...” [pasoek 9]. De nederige is degene die zichzelf voor Hasjem verlaagt door zijn zonden te betreuren. Hasjems antwoord zal middels Zijn leiding gaan die hen naar de ware regels van tesjoeva wijzen [Radak]. Hij helpt hen groeien via de goede weg zodat hij die weg, Mesielat Jisjariem – Pad der Rechtvaardigen, zich eigen maakt. Zijn gewoonte in deze weg zal net zo onbreekbaar zijn als misjpat... wet zijn [Ibn Ezra].

Want “kol 'archot Hasjem chesed we'emet...alle paden van Hasjem zijn goedheid en waarheid...” [pasoek 10]. Ook al zijn deze zijpaden [pasoek 4] bezaaid moeilijkheden en pijn, wanneer de kwellingen worden gestuurd om te verzoenen van zonden, dan is het 'emet – waarheid – terecht verdient. Maar zijn deze kwellingen, het lijden – jissoeriem – niet als verzoening voor de zonden, dan is het een test om dichter tot Hasjem te komen. Dan is dat chesed – goedheid – en dus een genereuze mogelijkheid dat door Hasjem wordt geinitieerd om dichter tot Hem [en dus Olam haba] te komen [R'Bachaya]. Ook al zijn de kwellingen 'emet en zeker verdient, toch meet Gd niet de volle maat van de straf toe in een woedende klap. Integendeel, deelt hij de pijn beetje bij beetje uit en dit is chesed [Kesef Mezukak].
Het is een misvatting dat tegenslagen altijd van het kwaad komt. De meeste tegenslagen die de mensen overkomen, is zelf-teistering. De mens maakt de verkeerde keuzen en lijden aan de gevolgen van hun verkeerde beslissingen, maar ondertussen geven zij Hasjem de schuld! “Asah ha'eloqiem 'et ha'adam jasjar wehema viqsjoe chisjbonot rabiem... G'd maakte de mens rechtvaardig, maar zij zochten de vele berekeningen...” [Kohelet/Pred. 7:29]. Wijze mensen die onderscheid kunnen maken, begrijpen deze pasoek, zoals Dawied Hamelech zegt: “alle paden van Hasjem zijn goedheid en waarheid voor degene die Zijn verbond en getuigenissen bewaken.” Een ieder die de normale aard van de dingen behoudt, de geboden beschermt en zich bewust is van zijn doel in het leven, zij alleen zien de welwillende aspect van G'ds natuur [RaMBaM Gids van de verdoolde 03:12].

Jira besjamajiem
Er zijn mensen die alleen ontzag voor Hasjem tonen, omdat zij bang zijn voor de straffen die hen toebedeeld kan worden. Dit is een lage vorm van vrees, jir'a. Je vreest Hasjem om jezelf te beschermen. Maar er is ook een groep mensen die Hasjem vrezen, ontzag voor Hem hebben, omdat zij Zijn grootheid en hun eigen nietigheid erkennen. Dat is jir'ej Hasjem, een hogere vorm van ontzag. De laatste groep mensen ontvangen goddelijke bijstand om de goede weg te kunnen kiezen dat tot Hasjem leidt [Rav Avraham Azulai]. Daarom dat Dawied Hamelech stelt: “sod hasjem liere'ajw... het geheim van Hasjem is bestemd voor degene die ontzag voor Hem hebben ...” [pasoek 14]. Alleen aan geleerden die Zijn Torah bestuderen, toont Hij geheimen van Zijn Wezen. Deze studie moet samengaan voor vrees/ontzag voor Hasjem en nauwgezette naleving van Zijn geboden [Rasji].
Rabbi Yehuda bar Shalom zegt: “Mosje hoopt dat zelfs de Misjnah, de Mondelinge Leer, op schrift gesteld zou worden. Maar de Kadosj Baroech Hoe, Geprezen is Hij, voorzag in de toekomst dat de volkeren de Geschriften in het Grieks zouden vertalen en een claim daarop zouden leggen: 'dit behoort tot ons en wij zijn het ware Israël'. Daarom zei Hasjem tegen Mosje: ''echtav lo roebej Torahtie kemo zar gechsjavoe... als Ik voor hem [Israël] het grootste deel van Mijn Torah [de enorme mondelinge wet], worden zij beschouwd als vreemdelingen [wanneer de heidenen de Torah onteigenen voor zichzelf en vervolgens beweren dat zij Israël zijn] [Hosea 8:12]'. En waarom is Hasjem zo bezorgd over de bescherming van de Misjnah? Omdat het Zijn 'mistoren' – geheime mysterie – is die geopenbaard wordt aan de rechtschapene die dit verdienen, zoals er staat geschreven: 'het geheim van Hasjem is bestemd voor degene die ontzag voor Hem hebben …' [Midrash Tanchumah, Vayerah 5].

R'eh 'ojvaj kie raboe... zie mijn vijanden, want zij zijn met vele...” [pasoek 19]. De Gaon van Wilno leert het volgende. In Talmoed Mo'ed Katan 16b staat dat Dawied Hamelech voor zijn zonde in staat was 1000 vijanden in een keer te verslaan [zie ook commentaar van 18:44]. Na de zonde kon hij 'slechts' 800 vijanden in een keer verslaan. De numerieke waarde van de letter reesj is 200. Vandaar dat Dawied Hamelech 2 psoekiem toegewijd heeft aan de letter reesj [zie inleiding van deze Tehilliem waar we leren dat deze Tehilliem in Alfabetische volgorde is geschreven]. Hij pleit in de 1e pasoek bij Hasjem om al zijn zonden weg te nemen [zie pasoek 7], wat hem 200 slachtoffers kostte. In de 2e pasoek zegt hij 'zie mijn vijanden, want zij zijn met vele...', wat een verwijzing is naar de 200 vijanden die dus in leven zijn gebleven terwijl hij hen geslagen heeft.

“Pdeh eloqiem 'et Israel... verlos Israël, o G'd...” [pasoek 22] want ik ben niet enkel bezorgd voor mijn eigen verlossing, ik hoop op een algehele verlossing van klal Jisrael [Ibn Ezra].
«      1   |   2   
Copyright © 2019 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.