19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Roken en het Jodendom
Publicatiedatum: woensdag 22 juli 2020 Auteur: Opperrabbijn Evers | 1.068 keer gelezen
Halacha, Opperrabbijn R. Evers, Gezondheid, psychologie en sport »
G´dsverduistering
Toen G’d zijn scheppingswerk aanving, was de eerste beweging ´tsimtsoem´ - G’ddelijke zelfbeperking. G´ds aanwezigheid in het heelal moest worden verduisterd en teruggedrongen om zelfstandig en van Hem onafhankelijk leven mogelijk te maken. Zonder tsimtsoem zou het leven onmogelijk zijn geweest. Ieder hoger of lager wezen zou onmiddellijk verteerd worden en opgaan in de allesomvattende G’dheid. G´ds licht moest worden afgeschermd om ruimte te scheppen voor onafhankelijk leven. Zelfs in de hoogste Engelenwerelden vond tsimtsoem plaats omdat geen wezen het G’ddelijk licht in volle omvang verdragen kan. Door de G´dsverduisterende tsimtsoem ontstonden steeds meer concrete wereldsferen. De kwaliteit van iedere wereld wordt bepaald door de mate waarin G´d Zichzelf beperkt. Onze fysieke wereld vormt het eindpunt van de afdalende en steeds grover wordende G´ddelijke Zelfbeperking. De aardse materie vormt het hoogste doel van de reeks G´ddelijke afdalingen.
Dat onze materiële wereld het doel vormt van de Schepping kan verduidelijkt worden met de volgende vergelijking. Ik zit in de trein vanaf Amsterdam CS. Tegenover mij zit een medepassagier: bij Schiphol, Leiden, Den Haag HS, Rotterdam CS, Dordrecht en Roosendaal blijft hij zitten. In Antwerpen stapt hij uit. Pas bij deze laatste halte begrijp ik het reisdoel van mijn medepassagier. Mutatis mutandis geldt hetzelfde bij de Scheppingstsimtsoem: G’d passeerde alle andere werelden totdat Hij uiteindelijk bij onze wereld halt hield. Vandaar, dat wij mogen aannemen dat de fysieke wereld het eigenlijke Scheppingsdoel vormt. Zo bestaat het doel van de fysieke wereld weer in de mens, die als laatste creatuur op aarde verscheen.  

Grootste Scheppingskracht
Het bestaan van de materie die zo op het oog uitsluitend onderworpen lijkt aan de natuurwetten, is een paradox die het wonder van de Schepping vormt. In onze fysieke wereld wordt de G’ddelijke aanwezigheid verhuld en verduisterd. Dit heeft een bepaalde betekenis en bedoeling. De materie - als ultieme verhulling van het Oneindige - moet op ieder moment door een immense Scheppingskracht in stand worden gehouden. Daarom is de materiële wereld het grootste spanningsveld tussen aan de ene kant verduistering en aan de andere kant openbaring van het G’ddelijke. Alle werelden die geschapen werden, vertonen een bepaalde samenhang. Onze wereld wordt gezien als basis en drager van alle hogere en lagere werelden. Evenals het wel en wee van de fundamenten van een gebouw invloed hebben op hogere verdiepingen, zo ook bepaalt het handelen in de fysieke sfeer de G’ddelijke Uitstraling in de hogere werelden. Op deze gedachte doel ik met de frase, dat de fysieke wereld het brandpunt vormt van de Schepping. Het lichaam van de mens is onmisbaar bij het uitvoeren van zijn religieuze en sociale taak hier op aarde. Daarom krijgt de arts als hoeder van het lichamelijk aspect van ons bestaan zoveel aandacht en respect. Ben ik echter mijn broeders hoeder? Ik heb hem niet nodig omdat ik zelf de beslissing moet nemen het roken af te zweren en mijn lichaam gezond te houden!  

De Joodse voorschriften
Hoe wij omgaan met levensgevaar wordt tot in de details geregeld, een typisch kenmerk van onze ´wettische´ religie. Vrijwel alle mitsvot (geboden) van de Tora worden terzijde geschoven in geval van levensgevaar; dit geldt ook voor een pasgeboren kind van een dag oud (zie Sj.A. J.D. 158 en Ch.M. 424). Wanneer de zieke zich tegen behandeling verzet, overreedt men hem om de behandeling te aanvaarden. Het is een ernstige zonde om zich te gedragen als een vrome dwaas, om zich niet te laten genezen wegens een of ander verbod. Over zo iemand wordt gezegd (Bereesjiet 9:5): „Maar jullie bloed, jullie leven zal Ik opeisen”.
Iemand die zich haast om Sjabbat te ontheiligen voor een zieke in levensgevaar, komt slechts lof toe. Iedereen, die Sjabbat ontheiligd heeft om te redden uit levensgevaar, ook al blijkt (achteraf) dat het niet nodig was, wordt beloond. Als een dokter bijvoorbeeld zegt: „Deze patiënt heeft een vijg nodig”, tien mensen horen dat, rennen weg, plukken een vijg en brengen die aan de zieke, dan zullen zij allen door G´d beloond worden, zelfs al geneest de patiënt al na de eerste vijg. We mogen dus bijna alles doen om een leven te redden. Dan moeten we ook hemel en aarde bewegen om alle zaken – zoals roken - die ons leven (kunnen) bedreigen na te laten, te ontmoedigen en/of zonder meer te verbieden.

Levensgevaar altijd afwenden
Het menselijk leven staat centraal in het Jodendom. Zelfs bij twijfelachtig levensgevaar is het geboden om daarvoor Sjabbat te overtreden of andere verboden uit de Tora (indien nodig). Niets is belangrijker dan het afwenden van levensgevaar. De Tora is alleen gegeven om er mee te leven, zoals er geschreven staat (Vajjikra 18:5) „En jullie zult Mijn instellingen en rechtsvoorschriften in acht nemen, dat de mens ze zal uitvoeren en erdoor in leven blijft”. De Geleerden in B.T. Sanhedrin 74a verklaren: „Je zult erdoor leven maar er niet van doodgaan.” Zelfs als roken het leven alleen maar zou kunnen bedreigen – twijfelachtig levensgevaar - wordt het dus door de Tora verboden. Het Jodendom beschermt het leven onder alle omstandigheden. Stop it…Ik weet uit ervaring hoe moeilijk het is!
«      1   |   2   
Copyright © 2020 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.