Hoe vinden we iedere dag weer kracht om ons Jodendom te inspireren? |
Publicatiedatum: zondag 15 januari 2023 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 980 keer gelezen |
|
|
Opperrabbijn R. Evers, De kalender, Rosj Chodesj » |
|
Afbeelding: chabad.org
De krachtbron voor vernieuwing: de joodse kalender We lezen nu over de tien plagen, die Egypte troffen. Langzamerhand wordt het joodse volk bevrijd en volgt de spirituele volkswording. De eerste echte opdracht van G’d aan het joodse volk – nog voor de Uittocht uit Egypte – was onze eigen kalender.
Waar halen wij de kracht vandaan om steeds weer opnieuw te beginnen? We hebben veel vervolging en ellende meegemaakt maar zijn altijd positief gebleven in ons leven. Een van de vernieuwende krachtbronnen van energie vinden we in onze maankalender, die ook een typisch symbool van doorlopende vernieuwing is, waarin ook de natuur een hoofdrol speelt en ons erop wijst hoe wij ons tot G’d kunnen verhouden. Ook deze mitswa (gebod) ontvingen wij bij de Uittocht uit Egypte. Het gaf ons identiteit en inspiratie na 210 jaar onderdrukking in Egypte. De maankalender met zijn aangroeiende en afnemende maan toont, dat het leven uit ups en downs bestaat. Crisis en opbouw, masjbeer en tikoen zijn nu eenmaal twee kanten van de continue levensmedaille. Een opsteker in tijd van nood en depressie.
Waarom tellen wij onze kalender naar de maan en niet naar de zon? De eerste echte mitsva – Tora-opdracht – voor het Joodse volk werd nog in Egypte gegeven. In het tweede boek van de Tora – Sjemot/Exodus - wordt het begin van de Joodse kalender voorgeschreven: "En G’d sprak tot Mosje en Aharon in het land Egypte, als volgt: "Deze maand wordt voor u het begin van de maanden, het is de eerste van de maanden van het jaar voor jullie" (12:1 -2). Dit was de lentemaand, die wij nu Nisan noemen.
Eerste maansikkel van de nieuw maan De nieuwe maansdag wordt Rosj chodesj, begin van de maand of hoofd van de maand genoemd, de eerste dag van iedere maand. Het begin van een joodse maand in de Hebreeuwse kalender is in de natuur herkenbaar aan het verschijnen van de eerste maansikkel van de nieuw maan.
Opvallend is overigens wel, dat er voor de vaststelling van de Sjabbat als zevende dag van de week geen duidelijke, aanwijsbare aanleiding bestaat in de natuur. De maan daarentegen vormt een duidelijke aanwijzing in de natuur voor vernieuwing, toename en afname gedurende een tijdseenheid, die wij tegenwoordig de maand noemen in de joodse kalender. In de zon bestaat zo een duidelijk wendingspunt niet. De zonnemaanden zijn eigenlijk meer het gevolg van een intermenselijke afspraak dan dat zij aansluiten bij een natuurfenomeen, dat aangeeft wanneer een maand voorbij is en wanneer deze weer begint.
Het is de vraag waarom het Jodendom de maan volgt als grond van haar kalender en niet de zon zoals de rest van de wereld doet.
Een verdieping: waarom de maan te prefereren is boven de zon? Bij de beantwoording van de vraag waarom wij onze kalender naar de maan tellen spelen veel factoren een rol: 1. De ontwikkeling van een slavenvolk tot volk van het Boek na de bevrijding. 2. De verhouding tussen zon en maan bij de schepping. Waarom moest de maan kleiner worden? 3. De macht over het fenomeen tijd. 4. Wat gebeurt er als wij een fout in de berekening maken en hoe dienen wij om te gaan met macht? Waarom heeft G’d de joodse kalender als eerste mitswa gegeven?
Een simpel antwoord luidt dat wij eerst een kalender gekregen hebben omdat wij zonder kalender geen Pesach kunnen vieren. Zonder kalender weet niemand wanneer Pesach ieder jaar weer valt en wanneer wij matzes moeten eten op Sederavond. Maar er bestaat ook een diepere achtergrond die direct in verband staat met de nieuwe status van het joodse volk na de Uittocht. De Joden waren 210 jaar lang de knechten en slaven van de Egyptenaren geweest. Zij waren onderworpen en hadden geen macht noch enige verantwoordelijkheid als zelfstandige vrije mensen.
Macht over de tijd Nu kregen ze macht over een fenomeen waarop eigenlijk niemand enige invloed kan uitoefenen: het verloop van de tijd. Wat we ook proberen: een uur blijft zestig minuten en een minuut blijft zestig seconden. We kunnen de tijd niet veranderen, niet versnellen en niet vertragen. Met deze eerste mitswa (opdracht) voor het joodse volk, die ons al in Egypte nog voor de Exodus werd gegeven, kregen wij de beschikking over onze eigen kalender en beheersen wij de tijd enigszins. Wij moesten vanaf Pesach 3335 jaar geleden iedere nieuwe maan onderzoeken en iedere nieuwe maand heiligen. In bepaalde mate leerden wij heersen over de tijd. De joodse rechtbank hier op aarde, het Beet din, kon – als vertegenwoordiger van het hele joodse volk - bepalen wanneer de nieuwe joodse maand zou beginnen. Het gevolg hiervan was dat meteen ook de data van de eerstvolgende joodse feestdagen meebepaald werden.
Verheffing uit slavenstatus De voormalige slaven en vervolgden hadden deze mitswa (opdracht) nodig om zich te kunnen verheffen vanuit hun slavenmentaliteit naar de status van vrije mensen, die hun omgeving beheersen en kunnen veranderen. Van onderdaan veranderden de mensen in zelfstandige, vrije personen, die hun eigen beslissingen konden nemen, hun eigen omgeving mede vorm konden geven en veranderen en hun eigen verantwoordelijkheden leerden dragen.
Niet alleen kregen zij de macht over de maan, zij kregen ook de macht over de kalender. Deze macht over de tijd – een ongrijpbaar fenomeen – is zo sterk, dat een bekende Talmoedische uitspraak stelt, dat het Hemelse Gerechtshof wacht met het vaststellen van de nieuwe maand totdat het lagere gerechtshof, het Beet din hier op aarde, de nieuwe maan heiligt (B.T. Rosj Hasjana 8b). Dit is zo sterk, dat dit zelfs geldt als het aardse Beet din een fout heeft gemaakt bij het berekenen en vaststellen van de nieuwemaandsdag Rosj Chodesj.
Midrasj: achtergronden van de verkleining van de maan In het oorspronkelijke scheppingsplan van G’d zouden zon en maan gelijk zijn. De zon zou overdag heersen, de maan ’s nachts. Oorspronkelijk waren zon en maan even groot. De maan klaagde bij G’d, dat er “geen twee kapiteins op een schip” kunnen zijn. G’d gaf de maan toen de opdracht zich te verkleinen. De maan protesteerde maar G’d troostte de maan met de zegen dat de maan in het vervolg Hamaor hakatan – het kleine licht - genoemd zou worden. Alle grote joodse leiders, die zich bescheiden gedroegen zouden naar de maan genoemd worden omdat ze ook alle nederig en gedienstig waren voor de klal – de gemeenschap – gelijk de maan.
Onze kalender benadrukt het belang van bescheidenheid in de religie Onze kalender is een maankalender omdat we deze eigenschap van bescheidenheid en nederigheid willen benadrukken. Alleen door bescheidenheid benaderen we HaSjeem (G’d) het meest. Bescheidenheid is het karakter van iemand, die zich aan G’d hecht en hierdoor tot grote hoogten komen kan. Naast de macht over het element tijd kregen we ook de opdracht onder alle omstandigheden bescheiden te blijven en macht te schuwen omdat macht helaas corrumpeert.
HaSjeem zo dicht mogelijk te benaderen De maan is het ultieme voorbeeld van bescheidenheid. G’d droeg de maan op zich te verkleinen. De maan nam dit serieus. De maan maakte zich oneindig veel kleiner dan de zon. En gaf ook zijn eigen straalkracht op. De maan zou vanaf nu alleen maar de stralen van de zon reflecteren en niet meer zelf stralen. Zo ook is het joodse volk er trots op dat wij de uitstraling van het G’ddelijke in de wereld mogen reflecteren. Onze hele religie, onze hele traditie proberen wij zo zuiver mogelijk te houden door niets menselijks toe te voegen aan hetgeen wij van G’d ontvangen hebben. Zo is onze bescheidenheid een instrument om het Opperwezen zo dicht mogelijk te benaderen. En de kalender getuigt daarvan. Voorgaande is de diepe achtergrond op Midrasj-niveau, hetgeen enigszins kabbalistisch van aard is. Een verklaring op nationaal niveau komt van de 19e eeuwse Rabbiner Hirsch uit Frankfurt.
Symbool voor de vernieuwing van het Joodse volk De Joodse kalenderberekening volgt in eerste instantie de loop van de maan om de aarde en is in principe een maanjaar maar wordt vervolgens zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met het zonnejaar. Het primaat van de maankalender is ook filosofisch geïnspireerd: het wassen en afnemen van de maan staat symbool voor de vernieuwing van het Joodse volk. “Gelijk de maan gaat het Joodse volk nooit verloren, zelfs niet in de duisterste perioden. Hernieuwde opbloei en revival zijn te allen tijde verzekerd, zolang G’ds kinderen Hem loyaal blijven”, aldus Rabbiner S. R. Hirsch, die de Joodse kalender een centraal thema van het Jodendom noemde.
©Opperrabbijn Evers 2022
|
|
|