19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Een beestachtige rabbi
Publicatiedatum: zondag 30 oktober 2011 Auteur: Nechamah Mayer-Hirsch | 2.459 keer gelezen
Nechamah Mayer-Hirsch, Met Wat Joodse Inkt »

Na een koude voorjaarsnacht in het bos rekte rabbi Wolf zich uit. Hij stond op en wilde zich gaan wassen in het bosriviertje, toen hij bij het water een wezel zag lopen. Geboeid keek hij naar de bewegingen van dit kleine roofdiertje. Dankzij een bundel licht van de ochtendzon tussen de bomen zag rabbi Wolf wat glinsteren, het beestje had een gouden ring in zijn bek. Hij achtervolgde de wezel net zolang, totdat het diertje tijdens zijn vlucht de ring liet vallen. Rabbi Wolf raapte het op en bekeek de ring aandachtig. De ring was oud en beschadigd, maar er stond iets aan de binnenkant gegraveerd dat nog goed leesbaar was: "Al zie ik er waardeloos uit, ik ben toch waardevol".
'Misschien is het een wonderring' dacht rabbi Wolf. 'Laat ik het eens uitproberen.'

Terwijl hij over de ring wreef, sprak hij de woorden: 'Ik wens, ik wens.... een buidel vol geld'. Op datzelfde moment verscheen een flinke buidel met goudsstukken. 'De hemel zij geprezen voor dit grote geluk', sprak rabbi Wolf en viel van dankbaarheid op zijn knieën. Daarna wandelde hij terug naar zijn leerlingen, maar vertelde hen niets over de ring of de buidel met geld die hij onder zijn jas had verstopt. 'Vrienden, ik heb een goed bericht voor jullie', sprak rabbi Wolf. 'We zijn nu in buurt van de stad waar een oude vriend van mij woont. Een vriend is werkelijk schatrijk is.' Voor het eerst van zijn leven kwam er een leugen over de lippen van rabbi Wolf. 'Als we straks in die stad zijn aangekomen, zal die vriend me vast en zeker wat geld willen lenen, zodat we eten en nieuwe kleren kunnen kopen.'

De haveloze mannen kwamen aan in de stad. En terwijl de leerlingen op het marktplein in de stad bleven wachten, ging rabbi Wolf zogenaamd bij zijn oude vriend langs. Intussen kocht hij in allerlei winkels voor iedereen de mooiste kleren en het lekkerste eten. Tenslotte kocht hij ook nog een prachtige koets met vier paarden om daarin alles te kunnen vervoeren. Toen rabbi Wolf op het plein terugkeerde, herkenden zijn leerlingen hun leermeester bijna niet. Hij was gekleed in sjieke kleren zoals een graaf en reed in een koets zoals een prins. De rabbi zwaaide uitbundig en riep: 'Nu kan ik jullie eindelijk terugbetalen voor jullie jarenlange trouw aan mij. Stap in! Vanavond zullen we hier in de herberg met elkaar vieren dat God ons geluk heeft geschonken, maar morgen zullen we allen huiswaarts keren!'

De volgende morgen vertrokken de mannen in opperbeste stemming in de richting van hun eigen dorp. Onderweg gingen alle deuren en ramen die vroeger gesloten bleven nu ineens wagenwijd open. Overal werden rabbi Wolf en zijn metgezellen geëerd en gastvrij ontvangen. 'Dat doen ze niet om onszelf', zei hij tegen zijn leerlingen. 'Want toen we er nog als bedelaars bijliepen, zagen ze ons nooit staan. Het zijn onze schitterende kleren die ze binnenhalen en het is de prachtige koets die ze vereren.' De burgermeester van een stadje wilde de sjieke reizigers onderdak aanbieden, maar rabbi Wolf sprak: 'Als u wilt, mag u vandaag op mijn koets passen en mijn nieuwe jas aan uw kapstok hangen. Maar verder verblijven we liever in de open lucht, zoals vroeger, want daar voelen we ons het meeste thuis.'

Toen de mannen na vele weken reizen eindelijk thuis kwamen, werden ze met gejuich ontvangen. Iedereen was blij om de rabbi en zijn leerlingen na drie jaar weer terug te zien. Zelfs zijn vrouw Chawa had haar echtgenoot gemist, want al die jaren had ze geen man gehad om op te slaan, te schelden of te vitten. Rabbi Wolf nam zijn oude leven op, alsof er niets gebeurd was. Hij onderwees zijn leerlingen in Thora en Talmoed, hij richtte nieuwe scholen op en gaf geld weg aan de armen, nog meer dan voorheen. Binnen de korste keren verdubbelde het aantal studenten in zijn eigen leerhuis.

Chawa was intussen heel nieuwsgierig geworden. 'Zeg Wolfje van me, hoe kom je toch aan al dat geld? Toen je me verliet, bezaten we geen rooie cent meer.' 'God heeft me onderweg met geluk gezegend', antwoordde de rabbi. 'Hoe zag dat geluk er dan uit?' 'Heel simpel. Rijke mensen die medelijden hadden, stopten ons geld toe. En omdat we heel zuinig leefden, hebben we in de loop der tijd een fortuin vergaard.' Chawa geloofde er niets van en begon afwisselend te zeuren, te treiteren en te dreigen. 'Toe, vertel me de waarheid, anders zal ik je leven tot een hel maken!' Koning Salomo had gelijk met zijn woord in het Spreukenboek: "Beter is het te wonen in de woestijn, dan met een twistzieke vrouw in een gezamelijke woning." Om een lang twistverhaal kort te maken: de rabbi gaf toe en vertelde zijn vrouw het geheim van de wonderbaarlijke ring.

'Laat me die eens zien', zei Chawa streng. 'Anders stelt jouw liefde voor mij niets voor.' Rabbi Wolf besefte goed dat het tonen van de ring gevaarlijk was met zo'n wispelturige vrouw, maar hij deed het toch om van alle gezeur af te zijn. Doorgaans was hij een wijs man zijn, maar op dit punt was hij een dwaas. En hij heeft het geweten ook! Chawa had de ring nog niet in haar handen, of ze rende ermee naar de slaapkamer en deed de deur op slot. 'Ringetje, verander mijn man in een weerwolf en laat hem eeuwig ronddolen in het bos! Laat dat de straf zijn voor al die jaren van mijn eenzaamheid.' En de ring gaf meteen gehoor aan Chawa's wens.

«      1   |   2   |   3   |   4      »      
Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.