8 Niesan 5784 | 16 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Een moeilijke halachische doordenker: de intentie bij het Omertellen
Publicatiedatum: dinsdag 22 mei 2012 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.473 keer gelezen
Halacha, Omer tellen, Opperrabbijn R. Evers »

De vraag naar kawana, bedoeling is een algemeen probleem. Reeds in de Talmoed wordt de algemene vraag besproken of mitswot, geboden kawana, intentie vereisen, de intentie om de mitswa, het gebod te vervullen.

Rabbi Joseef Karo paskent, beslist in de Sjoelchan Aroech (Orach Chajiem 60), dat Tora-geboden intentie vereisen maar de vraag of Rabbijnse geboden kawana eisen blijft onbeantwoord en is nog steeds een meningsverschil tussen de Acharoniem, de latere Geleerden.

Omertellen is volgens sommigen een mitsva, gebod uit de Tora, maar volgens de meeste autoriteiten is het Omertellen tegenwoordig – nu de Tempel niet meer bestaat - een gebod van de Chagamiem, de Wijzen. Maar je mag eigenlijk pas na nacht Omertellen. En dat is in de zomer erg laat...

Als je in sjoel staat en de chazzan, de voorzanger, telt voor nacht de Omer, kun je meedoen onder voorwaarde? Eigenlijk niet maar misschien vergeet je te tellen na nacht. Voor de zekerheid moet je daarom meetellen in sjoel maar je moet hierbij een bepaalde voorwaarde maken: als je na nacht niet zult vergeten te tellen, heb je niet de bedoeling gehad, dat het Omertellen in sjoel zal meetellen. Vergeet je echter na nacht te tellen, dan geldt het Omertellen in sjoel als goede telling. Op deze manier kun je er zeker van zijn, dat je je plicht altijd vervult:
–    tel je na nacht, dan geldt de telling voor de nacht niet,
–    vergeet je na nacht te tellen, dan telt het Omertellen in sjoel als telling en heb je – bedie’ewed, achteraf – je plicht vervuld.

Kun je zo een voorwaarde wel maken? Oneg JomTov heeft hierover zo zijn bedenkingen. Hij maakt verschil tussen een wil en een kawana, intentie. Je wil kun je aan voorwaarden binden, maar je kawana niet. Voor het sluiten van een huwelijk is bijvoorbeeld wilsovereenstemming tussen man en vrouw nodig; als een van beide partijen niet wil trouwen, is er geen geldig huwelijk. Iets, dat afhankelijk is van je wil, kun je binden aan voorwaarden. In het Joodse recht kun je bijvoorbeeld trouwen op voorwaarde, dat je binnen dertig dagen een huis vindt. Indien je geen huis vindt, is het huwelijk niet gesloten. Je zou ook je auto kunnen verkopen op voorwaarde, dat de remmen deugdelijk werken. Dit kan, omdat een verkoopcontract afhankelijk is van de wil van koper en verkoper. Het is echter een vraag of je je kawana aan voorwaarden kunt binden, dus of je een voorwaardelijke bedoeling kunt hebben.

Anders uitgelegd: of ik iets wil, is afhankelijk van verschillende omstandigheden. Als de omstandigheden veranderen, verandert ook mijn wil. Ik wil een fiets huren, als het maar niet regent; als het wel regent, wil ik geen fiets huren. Maar een kawana is iets feitelijks, dat wel of niet aanwezig is. Bij een bedoeling kan men niet spreken van een voorwaardelijke intentie. Ik schrijf bijvoorbeeld een artikel om iemand anders van mijn gelijk te overtuigen; ik kan nu moeilijk zeggen, dat, als het artikel niet overtuigend genoeg blijkt, ik nooit de bedoeling gehad heb de ander van mijn gelijk te overtuigen. Een bedoeling kun je niet afhankelijk stellen van een voorwaarde. Daarom zegt Oneg JomTov, dat het niet mogelijk is bij het tellen in sjoel de bedoeling te hebben, dat, indien je na nacht vergeet te tellen, het tellen in sjoel als Omertelling geldt.

©Dayan R. Evers 2012

Copyright © 2012 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.