12 Niesan 5784 | 20 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Poeriem: Hernieuwing van het verbond
Publicatiedatum: donderdag 21 februari 2013 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.684 keer gelezen
Chanoeka, Opperrabbijn R. Evers, Poeriem, Assimilatie »

Korte samenvatting: Kinderen en volwassenen verkleden zich op Poeriem (Lotenfeest). Dit is niet zomaar een aardig volksgebruik maar heeft een diepzinnige betekenis. Het verkleden symboliseert de G’dsverduistering, die de achtergrondsfeer van het historische Poeriem vormde. De Esterrol – Megillat Ester – is het enige boek in TeNaCh, waar de G’dsnaam niet in voorkomt. Dit wordt door de verklaarders gezien als een gevolg van het feit, dat G’d Zijn handen als het ware aftrok van het Joodse volk in de dagen van Mordechai en Ester. In de Talmoed (B.T. Choelien 139b) wordt hiervoor een aanduiding gevonden in de naam Ester, die zelf ‘verborgenheid’ betekent: “Waar vinden we een aanduiding voor Ester in de Tora? In het vers (Deut. 31:18) ‘Ik, zegt G’d, zal Mijn Aanwezigheid verbergen op die dag wegens al het kwaad, dat het volk gedaan heeft omdat het zich gewend heeft tot vreemde goden”.

Poeriem en Tabernakel
Het mag geen toeval heten, dat wij Poeriem in de tijd van de Toravoorlezing omtrent de bouw van de Tabernakel, het Misjkan vieren.
Rabbi Tsadok Hakoheen (1823-1900, Lublin) stelt in Prie Tsaddiek, dat de Joden – ook na de oprichting van het Misjkan – nog niet volledig waren voorbereid op het leven in Israël. Daar waren nog 39 jaar zwerven en lernen voor nodig.

Israël, Gan Eden en het Misjkan
Rabbi Jesjaja Horowitz, de Sjela HaKodesj, vergelijkt Israël met Gan Eden. Maar Israël was ook een land `dat zijn inwoners verslindt’. De aardse verleiding is daar kennelijk ijzersterk! Vandaar dat de toekomstige burgers terdege moesten worden voorbereid. Waarom bestaat er geen mitswa volgens alle Poskiem (Geleerden) om in Israël te wonen? Nachmanides stelt op Bemidbar 33:53 inderdaad wel, dat er een mitswa van wonen in Israël bestaat maar de meeste Wijzen zien dit vers (pasoek) meer als een toekomstbelofte dan een werkelijke opdracht.
Niettemin staat de Talmoed vol van lof over het heilige Land: `Man en vrouw kunnen elkaar zelfs dwingen om daar te gaan wonen. Iedereen die in Israël woont, heeft een G’d maar iedereen die daar buiten woont, is als een afgodendienaar. Iemand die begraven wordt in Israël is alsof hij onder het altaar ligt!’ (B.T. Ketoevot 110b).

Wat is hier aan de hand? Als het waar is dat Israël tegenwoordig de functie heeft overgenomen van het Misjkan van weleer waarom is er dan wel een mitswa een Heiligdom te bouwen maar bestaat er niet werkelijk een gebod om in Israël te wonen? En waarom is er zoveel strijd over de vraag of het huidige Israël wel een wonder is?

Zelfopoffering en victorie
Laten we onze huidige tijd vergelijken met de perioden van Chanoeka en Poerim. Deze Jamiem toviem (feestdagen) werden ingesteld na grote historische gebeurtenissen. In beide gevallen “vielen velen in de hand van weinigen en overwonnen zwakken de machtigen”. In beide episoden heeft G’d ons de victorie gegund omdat we ons zelf opofferden en doorgingen ondanks alle weerstand. Bajamiem haheem bazeman haze – wat er toen gebeurde, gebeurt ook tegenwoordig. Maar eerst moeten wij de achtergronden van Chanoeka en Poerim begrijpen.

Fysieke en spirituele vervolging
Chazal (onze Wijzen) hebben Chanoeka en Poerim ingesteld. Zowel in het Sjoesan van Achaswerosj als in de Griekse tijd werden de Joden geconfronteerd met zeer reële dreigingen. Eigenlijk werden ze op tweeërlei niveau bedreigd. Het fysieke bestaan werd met Poerim bedreigd omdat Haman een decreet had uitgevaardigd om alle Joden te vernietigen,  jong en oud, kinderen en vrouwen op een en eenzelfde dag. Maar hij wilde ook het Jodendom uitroeien.
Met Chanoeka was de bedreiging meer van spirituele aard. De hellenistische Syriërs waren er op uit om ons de Tora en G’d te doen vergeten. Er kwam oorlog en uiteindelijk vreesde het volk voor het naakte bestaan.
G’d intervenieerde en redde hen uit de klauwen van hun vervolgers. Dit staat aan het einde van Megillat Ester (9:20-28) en de tekst van Al Hanisiem, die we op Poerim toevoegen aan onze gebeden. De Gemara (B.T. Sjabbat 21b) geeft historische achtergrond van Chanoeka en beschrijft het wonder van het kruikje olie.

Veel meer wonderen
Toch zijn er in de loop van onze geschiedenis veel meer wonderen gebeurd. Dit staat zowel in Tenach als in onze mondelinge traditie beschreven. Niets herinnert ons echter aan de val van de muur van Jericho of de hagelstenen, die uit de Hemel kwamen in de tijd van Jehosjoe’a. Voor de wonderen die in de Tempel gebeurden, houden we ook geen bijzondere herdenkingsdagen. Hetzelfde geldt voor vele andere miraculeuze militaire overwinningen. Chanoeka en Poerim zijn absoluut niet de enige voorbeelden van momenten waar G’d voor ons optrad.

Halleel
Chazal vragen zich af in masechet Pesachiem (117a): ”Dit Halleel wie heeft het oorspronkelijk gezegd?”. En het antwoord luidt: de Profeten hebben ingesteld dat Israël dit danklied zou uitspreken bij elke crisis: ”Wanneer ze ervan bevrijd worden, zeggen ze het over hun verlossing”. Het is dus een verplichting om Halleel te zeggen wanneer G’d ons bevrijdt. Op Poerim lezen we echter geen Halleel omdat het lezen van de Megilla tegelijk een danklied is en bekendheid geeft aan het wonder (pirsoem hanees).

Maar twee keer in de historie
Aan de andere kant is de verplichting van een speciale feestdag, die voor eeuwig in acht genomen moet worden, maar twee keer in de geschiedenis voorgekomen: Chanoeka en Poerim. Wat is het unieke van deze dagen? Inderdaad hebben Chazal vele speciale dagen in herinnering gehaald in Megillat Ta’aniet (B.T. Rosj Hasjana 18b-19b) maar dan is het alleen verboden te vasten of om treurredenen te houden. Meer niet.
Waarom zijn alleen Chanoeka en Poerim vereeuwigd tot feestdagen? Militaire overwinningen of wonderen zijn op zich onvoldoende voor het instellen van nieuwe feestdagen! Het antwoord zou kunnen zijn dat het hele volk bedreigd en verlost werd. Dit is echter te weinig. Feestdagen zijn Mo’adiem – dagen van ontmoeting met G’d en vernieuwing van het verbond met Hasjeem. Uiteindelijk gaan onze Jamiem toviem over de band die bestaat tussen Am Jisraeel en Hasjeem. Chazal (B.T. Sjabbat 88a) vertellen ons dat de Bnee Jisraeel de Tora wederom accepteerden in de tijd van Achasjwerosj en nu uit vreugde en liefde! Hetzelfde gebeurde ook in de dagen van Matitjahoe. Ook met Chanoeka werd het verbond met Hasjeem vernieuwd.

1   |   2   |   3      »      
Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.