13 Niesan 5784 | 19 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Poeriem: Hernieuwing van het verbond
Publicatiedatum: donderdag 21 februari 2013 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.684 keer gelezen
Chanoeka, Opperrabbijn R. Evers, Poeriem, Assimilatie »
Het eerste feest
Pesach is de eerste van alle Jamiem toviem. Op Pesach herinneren we niet zozeer de wonderen die gebeurden bij het klieven van de Jam Soef (Rietzee) maar veeleer het verbond met G’d. Lees de vier uitdrukkingen van bevrijding uit Sjemot/Exodus 6:67. G’d vertelt Mosje niet alleen dat ze bevrijd zullen worden maar vooral dat ze G’ds volk zullen heten. Bevrijding met een duidelijke bestemming! Op Pesach was het uiteindelijke doel de realisering van “welakachti’ – dat G’d het Joodse volk tot Zich zou nemen”.  Het belang van het Korban Pesach (het Pesachoffer) ligt in het feit dat we Exodus herinneren als aanvaarding van het Jodendom en verwerping van de Egyptische afgoderij.

De nieuwe bestemming van Am Jisraeel gaf de uittocht zijn betekenis, niet de vrijheid. Amidah lifnee Hasjeem - staan voor G’d werd onze relatie met het Opperwezen. We moesten op de Jamiem toviem, de feesten in het Beet Hamikdash (de Tempel) voor G’d verschijnen. Deze nabijheid is het centrale thema van alle Jamiem toviem. De feestdagen zijn het gevolg van het verbond tussen mens en G’d. Daar ligt hun heiligheid. Niet zozeer een wonder of redding maar juist deze verbondenheid vormt de basis van onze feestdagen. Soekot is een groot feest maar is niet gebaseerd op bevrijding of redding. Het fundament van onze Jamiem toviem is onze nabijheid tot G’d.

Staan voor G’d
De Regaliem (voetfeesten) zijn sterk verbonden met de korbanot (offers). Het doel van de voetfeesten is het offeren van `verschijningskorbanot’ en het komen voor G’d in de Tempel (vgl. Vajikra 23:37-38 en Bemidbar 29:39). Het offeren duidt erop dat ons “staan voor Hasjeem” vereist wordt door de unieke heiligheid van de Jamiem toviem. De status van een Koheen Gadol in de rouwvoorschriften getuigt ook van een duidelijke band tussen heiligheid van de feestdagen en het begrip van “Amida Lifnee Hasjeem”. In de Talmoed (Mo’eed Katan (14b) staat dat een Koheen Gadol geen rouw in acht neemt na de dood van een familielid omdat voor hem elke dag status heeft van een Regel (feestdag).

De feeststemming van de Koheen Gadol iedere dag door het jaar kan niet verbonden zijn met de uittocht uit Egypte of de redding van Bnee Jisraeel. De Regel-status van een Koheen Gadol vloeit voort uit het feit dat hij constant voor Hasjeem staat. Zijn dagelijks leven lijkt dus op het gevoel van het volk gedurende de Regaliem (feestdagen).

Het is niet ondenkbaar dat het belangrijkste thema van Chanoeka en Poerim ook slaat op het `Beriet’ (verbond) dat toen verstevigd werd en niet zozeer op de redding of het gevaar. Bij Chanoeka en Poerim ontstond er behoefte aan een `hernieuwd’ verbond. Er waren nieuwe uitdagingen en beproevingen geweest. Er waren vragen ontstaan over de waarde van het oude Verbond voor de toekomst.

Nieuwe omstandigheden
Met Chanoeka en Poerim werden de Bnee Jisraeel geconfronteerd met nieuwe, onbekende omstandigheden. De Eerste Tempel was vernietigd. De Joden zaten in ballingschap in Babylonië (Irak). Men meende “los te zijn van G’d”. Men was het Land uitgezet. Men had het gevoel, dat G’d het verbond met Am Jisraeel had opgezegd. Sommigen meenden zelfs dat het domein van G’d beperkt was tot Israël . Daarom zou het verbond in het buitenland niet van toepassing zijn.

De profeet Jechezkeel bestreed deze misvatting al in de eerste generatie van de ballingschap. Maar later, in de tijd van Achaswerosj had het volk het verbond eigenlijk al bijna opgegeven. Er was een nieuwe generatie geboren in Sjoesjan die nog nooit het land Israël had gezien. Sjoesjan was een grote stad die de Joden graag opnam als gelijkwaardige burgers. Er ontstond een nieuwe levensvisie. De Tora had hen inderdaad goed begeleid in de traditionele maatschappij van kohaniem en profeten. In het oude Israël werden ze omringd door wrede, heidense volkeren.

Maar in het moderne, liberale, technologisch goed ontwikkelde rijk van Medië en Perzië was de Tora-levensstijl niet meer op zijn plaats. Dat zou de Joden alleen maar afscheiden van de rest van de maatschappij. Men claimde dat de nieuwe realiteit assimilatie en acculturatie vereiste. Dat betekende dat het verbond van Sinai verbroken was, aldus de heersende opvatting.

Altneu-land
Mordechai en Esther werkten samen om het oude verbond weer te herstellen. Mordechai had nog Jeruzalem in de oude glorie gezien. Hij was door Newoechadnetzar uit Jeruzalem verdreven. Esther was als jong meisje geboren in Perzië maar haar commitment aan de Tora gaf ze natuurlijk niet op. De oude en de nieuwe generatie zouden samen de relevantie van het verbond bevestigen. Er woedde een oorlog in Sjoesjan maar wat veel belangrijker was voor de joodse continuïteit: het verbond met G’d bleek ook in ballingschap nog springlevend.

Het belangrijkste thema van Poerim is het verwerpen van assimilatie en de vernieuwde aanvaarding van het verbond: zij accepteerden het weer – en nu met liefde en simcha - gedurende de tijd van Achaswerosj. Kijemoe ma sjekibloe kwar.

Chanoeka
Poerim was de eerste confrontatie met ballingschap. De cultuurclash met het Hellenisme was hun tweede grote confrontatie met een sophisticated cultureel systeem dat door de mens bedacht was. In het Jodendom is de mens geschapen door G’d maar in het Hellenisme schept de mens zijn G’d. Vele Joden stelden voor om de Griekse cultuur over te nemen in plaats van het verbond met Hasjeem. De Tora had zijn diensten bewezen in de vorige generaties.

Maar, redeneerde men, we zitten nu in een nieuwe tijdsgeest. Zolang de Bnee Jisraeel omgeven waren door heidense barbaren was de Tora noodzakelijk voor hun morele en culturele ontwikkeling. Maar toen de fijn ontwikkelde, geleerde cultuur van de Grieken Israël infiltreerde was de Tora niet meer nodig, meende men.

Matitjahoe en zijn zonen ontmaskerden de leeg- en wreedheid van de Griekse cultuur. Het Briet met Hasjeem was nog steeds de exclusieve inspiratiebron van Am Jisraeel. Op Chanoeka vieren we naast de militaire overwinning de versterking van het verbond in de tijd van Matitjahoe.

Rol van wonder
Wat was de rol van het wonder hierbij? Toen de Bnee Jisraeel aan de voet van de berg Sinai hun kamp opsloegen (Sjemot 19:5-6) zeiden de Joden “alles wat HaSjeem heeft gezegd, zullen wij doen” Volgens de Gemara (B.T. Sjabbat 88a) boog G’d de berg over de Bnee Jisraeel om hen te dwingen het verbond te accepteren.

In Sjoesjan en Modi’in kwam het initiatief vanuit het volk. Daar de mensen oorspronkelijk het Beriet wilden “verlaten” moesten zij het daarna vernieuwen. Toen Esther riep: “Ga u verzamelen” en Matitjahoe zei: “Wie voor G’d is, die volge mij”, reageerde het volk positief.

Signaal van Boven
Het wonder was het signaal van Boven dat Hakadosj Baroech Hoe het initiatief geaccepteerd had en het verbond vernieuwde. Het wonder was dus niet meer (maar ook niet minder) dan een positief antwoord van G’d op het initiatief van beneden. Toch bleven we in Sjoesjan de `dienaren van Achasjwerosj’ en werden we niet werkelijk bevrijd, zoals de Talmoed het uitdrukt.

In de 19e en 20e eeuw ontstonden nieuwe spanningen en uitdagingen - als weleer maar met een totaal andere horizon.

«      1   |   2   |   3      »      
Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.