19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Bo / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Sjemot/ Exodus 10:1-13:16 | door: Devorah

Gevolg derde groep plagen
Sprinkhanen
Deze plaag – zo leert de Midrasj het ons – een straf maat voor maat is. De Egyptenaren dwongen de slaven gewassen te laten groeien. Hasjem strafte hen met sprinkhanen die deze gewassen opaten.

vs. 10:5…kol-ha’ets… alle bomen… als de hagel 9:25 alle bomen zouden hebben verwoest, hoe kunnen de sprinkhanen de bomen kaal eten? Ibn Ezra houdt het erop dat er een (bepaalde) tijdspannen tussen de hagel en de sprinkhanen plaatsvond dat voldoende was dat de bomen weer wat aangegroeid waren. RaMBaN leert dat de hagel in Adar viel en de laatste drie plagen volgden kort op de hagel in de maan Niesan, de maand van de Exodus. Dat is een te korte tijd dat er weer wat groen aan de bomen aangegroeid zouden zijn. Daarom zal de hagel niet ál het groen van de bomen vernietigd hebben.

10:10…kie ra’ah neĝed penejchem…dat jullie kwaad voor je aangezicht hebt…Volgens de Midrasj is ra’ah (kwaad) de naam van een ster. Deze ster staat voor een bloedige einde. Par’oh’s astrologen hadden hem verteld dat deze ster in de wildernis - waar Jisrael zo graag naar toe wilde - voor het lot van Jisrael zou zorgen. Toen Jisrael aan de ‘eigel hazahav zondigden en Hasjem hen wilde doden, zei Mosje in zijn gebed: Waarom zullen de Egyptenaren zeggen als volgt: “bij de ra’ah heeft Hij hen uitgevoerd? 32:12. Dit zou de verwezenlijking zijn van wat par’oh tot hen gezegd had: zie dat jullie ra’ah vóór jullie aangezicht heeft. Direct veranderde Hasjem van besluit mbt ra’ah. Hij veranderde het bloed – dat door ra’ah werd aangeduid – tot het bloed van de besnijdenis. Jehosjoe’a besneed hen en dat is wat er gezegd is in Jos. 5:9: Heden heb Ik de schande van Egypte van jullie verwijderd. Egypte zei nl: bloed zien wij over jullie in de woestijn (Rasji: Jos. 5:9; Jalkoet I 392).


Duisternis
Deze plaag is de laatste plaag van de derde groep plagen. De duisternis overdag was donkerder dan de nacht en de duisternis in de nacht was nog intenser. Rasji leert ons dat na drie dagen de duisternis zo dicht was, dat de Egyptenaren niet meer konden bewegen. Daarom leert hij ons ahv de Midrasj dat de plaag zeven dagen duurde (7:25). Spreekt dit vs. 22 tegen? Nee, want er waren twee stadia van de duisternis. Ieder duurde drie dagen. De zevende dag werd bewaard voor het moment dat de zee gespleten zou worden zodat het leger van par’oh de Joden niet konden aanvallen.
Er waren twee redenen voor de duisternis:

  1. Onder de Joden waren een aantal die niet verdienden om bevrijd te worden omdat zij zich hebben geassimileerd met het Egyptische cultuur. Deze assimilatie was zo ernstig, dat er geen hoop was dat zij überhaupt konden terugkeren tot het verbond van Jisraël. Hasjem gebruikte de duisternis zodat de Egyptenaren hun dood niet zouden opmerken en daardoor zouden kunnen zeggen dat de plagen óók de Joden zouden treffen.
  2. Rasji leert ons dat de duisternis een gelegenheid voor de Joden gaf om in de Egyptische huizen te kijken om vast te stellen wat zij bij vertrek zouden vragen om te lenen. Toen de Egyptenaren beseften dat de Joden in hun huizen waren geweest en de gelegenheid hadden om naar goeddunken te plunderen, maar niet hadden gedaan, verdiende Jisraël achting in de ogen van de Egyptenaren (Mechilta 12:36).
vs. 22jado…zijn hand… Mosje gebruikte hier niet zijn staf omdat de duisternis van een speciale plaats in de hemel vandaan komt (Sjmot rabba 14) en het zou disrespectvol zijn om zijn staf daar naar toe te wijzen (Or hachajiem). Duisternis was niet zozeer een plaag maar de afwezigheid van het licht.

vs. 23lo’-ra’oe iesj… geen mens kon zien…… het eerste stadium van de duisternis.
…welo’-qamoe iesj mtachtajw… noch kon iemand van zjin plaats opstaan… het tweede stadium van de duisternis.

’Od neĝa’ ‘echad; nog één plaag: de plaag van de Eerstgeborene
11:1 geeft aan dat na de drie groepen van drie plagen nog één plaag komt. Deze is anders, want … ‘anie jotse’ … Ik (Hasjem) zal uitgaan…vs. 5
‘Or hachajiem geeft twee redenen waarom Hasjem Zelf de plaag gaat uitvoeren:
1. Zijn liefde voor Jisrael
2. Hij Alleen kent de identiteit van de eerstgeborenen
De eerstgeborene onder de dieren werden ook gedood, omdat de Egyptenaren dieren als afgoden gebruikten. Daarnaast werden ook de eerstgeboren vrouwen gedood. Tot slot mogen wij leren dat ook de afgodsbeelden werden niet gespaard. De houten afgodsbeelden verrotten en de ijzeren afgodsbeelden smolten. RaMBaN leert dat Hemelse krachten die Egypte leidden en beschermden ook in deze plaag werden getroffen, zodat Egypte geheel weerloos raakte.

Ook de oudste zonen die een Egyptenaar naast zijn eigen vrouw ook bij een ándere vrouw had, stierf. Dit betekent ook dat een vrouw meerdere eerstgeborenen kan hebben, waarvan alleen Hasjem op de hoogte van was. Als een gezin geen oudste zoon had, vond de oudste lid van het gezin de dood. Vandaar dat de Tora leert dat in ieder een huis een dood persoon verbleef. Dat is de reden – leert Rasji - waarom de Egyptenaren dacht dat zij allemaal dood gingen (vs. 33).

vs. 23lo’ tets’oe…. Je zult niet verlaten….… ondanks Hasjem uitging om Zelf de plaag uit te voeren, gaf Hij de vernietiger – die geen onderscheid kan maken tussen de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen – géén toestemming toe te slaan bij de Joodse gezinnen waar aan de deurposten pesachbloed gesmeerd was. Hij sloeg deze deuren over (… oepasach Adonaj ‘al-hapetach… en Hasjem sloeg deze ingangen over…)

12:29kol-bechor… alle eerstgeborene… Paro’h werd als enige eerstgeborene gespaard, zodat hij de gelegenheid kreeg om van Hasjems grootheid te getuigen.


pagina 2 / 9 [1]      «      1   |   2   |   3   |   4   |   5      »      [9]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.