18 Adar 5784 | 28 maart 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Bo / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Sjemot/ Exodus 10:1-13:16 | door: Devorah
Tefillin en de Exodus
13:9 …wehajah lecha… en het zal voor jou zijn “Het” is de herinnering aan de Exodus, wat is opgetekend in deze passage en geplaatst in de tefillien voor op het arm en het hoofd (Rasji). RaMBaN leert dat Joden tefilin op de arm en hoofd moeten dragen inclusief het vasteleggen dat Hasjem hen uit Egypte heeft gevoerd, waardoor de leringen van de Tora on onze monden ligt en wij hen ze zullen herinneren. …jadcha… jouw arm… (vs. 16) Normaliter wordt “jacha” gespeld met joed-dalet-slot chaf. Hier is de spelling joed-daled-chaf-he. Chah komt van kehah, zwak. Dit leert dat de tefillien aan jouw zwakke arme gedragen moet worden. Dus rechtshandigen dragen hem links en visa versa (Menachos 37a). …oeltotafot… en een ornament…… waarom staan ornament in meervoud? Omdat het hoofd-tefillin uit vier delen bestaat (RaMBaN). Hoe weten wij dat het om hoofdtefillin gaat? Sjabbos 57a-b spreekt over een gouden hoofdornament die van oor tot oor gedragen moet worden. Rasji citeert Sanhedrin 4b waarin wordt uitgelegd dat ornament geeft de vier delen van de hoofdtefillin aan. Totafot komt van tat, wat “twee in Katpi” betekent én van fat wat “twee in Afriki” betekent. Afriki en Katpi zijn twee oude talen.

RaMBaN legt het verband tussen de Tefillin en de Exodus als volgt uit:
De basis van het Jodendom zijn de eerste twee regels van de de Sjema en de twee passages uit dit hoofdstuk (Sjmot 13). Deze twee passages spreken over de Exodus, wat de basis heeft gelegd voor het bewustzijn en verantwoordelijkheid naar Hasjem, Die hen bevrijd heeft en Bnej Jisrael als natie heeft gevormd. De eerste twee passages van de Sjema uit dat Hasjem EEN is en dat wij Zijn Koningschap, straf en beloning en de verantwoordelijkheid dat wij alle mitswes een invulling moeten geven accepteren. Deze princiepen moeten wij altijd bij ons dragen:
op de arm symboliseert onze capaciteiten voor actie en het is het tegenovergestelde van het hart, de zetel van emotie.
op het hoofd, de zetel van de intellectuele ziel en de kracht van geheugen wat ons in staat stelt bewust te zijn van onze voorgangers en de verplichtingen Zijn wil te doen.

De Tora herhaalt contant dat de mitswes herinneringen zijn aan de Exodus. Enkele generaties na de Schepping raakte de mensheid al vervuild door avodah zara: afgoderij. De meeste vormen van avodah zara zijn heden nog actueel. De een claimt dat de wereld altijd heeft bestaan en geen Schepper heeft. De andere ontkent dat de Schepper betrokken is bij de dagelijkse aangelegenheden in deze universum, niet betrokken is bij de menselijke aangelegenheden en straf en beloning wordt ook ontkend. De Exodus weerlegt iedere vorm van avodah zara! Het toont Hasjems volledige invloed in de natuur aan, Zijn betrekking in menselijke aangelegenheden en dat Hij Schepper én dus Heerser is van én over het universum. Het toont aan dat Hasjem middels profeten communiceert en Zijn wil uitvoert. Vandaar dat Mosje bij par'o erop hamerde dat de plagen Hasjems Heerschappij aantoont! Dit wordt door de boodschap van de Exodus contant herhaalt. Daarom dragen Joodse mannen de tefillin. Hierdoor wordt de boodschap dagelijkse geproclameerd.


pagina 6 / 9 [1]      «      4   |   5   |   6   |   7   |   8      »      [9]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.