De Deksel Sforno leert over de symbolen van de ‘Aron en de Cheroebiem, die uit één opgetrokken stuk goud zijn vervaardigd. Het goud waaruit de deksel bestond, staat voor het menselijke ziel, dat het Beeld van G’d is. Ondanks de Deksel als deksel fungeert, bestaat de Deksel uit een aparte deel, zoals de hemelse ziel los van het lichaam komt, waarmee het ooit een eenheid vormde. De Cheroebiem zijn binnen de Misjkan steeds terugkerende elementen, want wij zullen snel ontdekken dat zij naast de ‘Aron ook terugkomen in het Gordijn van de Heilige der Heilige, Kodesj Hakedasjiem. De Cheroebiem doen denken aan de engelen die Jesjajahoe (hfst. 6) zag en het Hemelse Hof die Ezeki’el (1:1-10) mocht aanschouwen. Alle gordijnen waren aan elkaar verbonden om ons te leren dat de groten mannen van Jisrael een eenheid moeten vormen met de rest van het volk om samen Hasjem te dienen. De Cheroebiem hadden gezichten van kinderen en vleugels van vogels. Hun vleugels waren naar uitgerekt omhoog gericht om ons te leren dat de mens moet streven zichzelf omhoog te strekken om Hasjem’s wijsheid te begrijpen en zichzelf iedere keer te overtreffen om Hasjem in schoonheid te dienen. Hun gezichten waren naar beneden naar de ‘Aron gericht. Dit geeft aan dat de bron van wijsheid de Tora is en dat de mens zijn wijsheid moet gebruiken om met zijn medemens om te gaan. |