19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Tsav / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Wajjikra/ Leviticus 6:1-8:36 | door: Devorah
Kareet/Karees
7:20-21..wenochretah hanefesj…. en de ziel zal afgesneden worden, want (zo leert Rasji) wetoem’aho ‘alajw… en onreinheid op hem…. Deze vorm van onreinheid wordt vergeleken met Bamidbar/Num. 19:13, een onrein persoon die het Heiligdom binnenwandelt.

Er bestaat een discussie om het begrip van kareet heen. Rasji leert in zijn commentaar van Parasja Achrej (Wajjiqra’/ Lev.17:9) dat deze kareet gaat om he uitroeien van zijn kinderen en hijzelf sterft jong. Tosafot (Jevamot 2a) zegt hierop dat het pas kinderen betreft wanneer de Tora de straf specificeert.
Talmoed Jeroesjalmi Bikkoeriem 2 zegt dat jonge dood voor zijn of haar 50e plaatsvindt. Maar Talmoed Bavli, Moed Kattan 28a houdt het op tussen de 50 en de 60 jaar.
RamBaN zegt in zijn commentaar op Parasja Achrej (Wajjiqra’/ Lev.18:29dat er diverse vormen van kareet bestaan. Deze hangt af van de zondaar en overtreding af:
  1. is iemand van nature rechtvaardig, maar kon de verleiding van een kareetovertreding niet weerstaan, zal hij jong sterven, maar krijgt zijn dele in het Olam Haba.
  2. als de zonden van iemand zijn goede daden overtreft, dan zal zijn ziel worden afgesneden van de Olam Haba. Maar hij kan best wel erg oud worden.
  3. In gevallen van blasfemie en afgoderij beschrijft de Tora zowel een vroege dood als het afsnijden van de Olam Haba.

Kinderloosheid kán [hoeft absoluut niet!] een straf zijn, zolang de Tora deze specificeert. Maar kinderloosheid valt niet onder straffen van kareet. RaMBaN zegt dat de vermelden van de Tora over de kareet al aangeeft dat er een eeuwige beloning moet bestaan. Waneer er geen onverstelbaar niveau van geestelijke zaligheid die de ziel opwacht zou bestaan, dan zou na de dood ook geen kareet kunnen bestaan.

Vs. 8:15 … wajchate’ wajqadesjehoe… En hij zuiverde… en hij heiligde het…
Door middel van deze bloeddienst, zuiverde Mosje het Altaar. Hij verwijderde sporen van zijn vorige seculaire status en huldigde het in een staat van Heiligheid. Door die heiligheid kon het Altaar gebruikt worden voor de boetedoening van de zondaren te bewerkstelligen.

pagina 4 / 6 [1]      «      2   |   3   |   4   |   5   |   6      »      [6]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.