Afwijking tussen de tellingen
Rasji geeft mbt Sjmot 30:16 een onverwachte samenloop. De telling in Sjmot was voor de bouw van de Misjkan. Toen werden de halve sjeqels voor de Misjkan gebruikt, terwijl deze telling amper zeven maanden later in Ijar plaatsvond. Hoe is het mogelijk dat de populatie voor en na – in totaal 603.550 man - gelijk zijn gebleven? Veel mensen vonden in die tussentijdse maanden de dood. Rasji legt uit dat tijdens de vorige telling – dus die telling vermeld in Sjmot - alleen de mannen die op de voorgaande Rosj Hasjana al twintig waren, werden meegeteld. Degene die pas bij de volgende Rosj Hasjana twintig moesten worden, werden bij deze telling meegeteld.
Mizrachi voegt er aan toe dat de mogelijkheid ook kan zijn dat er tussen de telling door niemand in de woestijn is gestorven, omdat er sowieso veel wonderen zijn gebeurd. De mensen die dood gingen, werden sowieso niet geteld.
RaMBaN is daar niet mee eens. Hij leert dat mensen op de basis van hun verjaardag werden gerekend en niet door hun leeftijd op Rosj Hasjana. Verder dringt hij er op aan dat het basisverschil tussen verkiesbaarheid tussen de twee tellingen het wel en niet meerekenen van de Levi’iem gebaseerd was. Tijdens de eerste telling werden zij meegerekend en bij deze telling niet. RaMBaN erkent dat er wel degelijk veel doden tussen de twee tellingen zijn gevallen. De gelijke getallen zijn – volgens RaMBaN - een samenloop van omstandigheden.
|