13 Niesan 5784 | 19 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Mattot - Masej / Inzicht Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Combinaties Bamidbar: 30:2--36:13 | door: Zwi Goldberg en Devorah

„De nakomelingen van Gad en de nakomelingen van Re'oeween antwoordden Mosjé: ‘Uw dienaren zullen doen, zoals mijn heer beveelt'" (Bamidbar 32:25).

Dit is een vreemd antwoord. Dat wat Mosjé Rabbeinoe hen bevolen had, was niet anders dan wat zij zelf hadden voorgesteld, zoals Mosjé zelf in de pasoek daarvoor al zei: „Doen jullie wat over jullie lippen is gekomen." Waarom zeiden zij dan dat zij zouden doen „zoals mijn heer beveelt," in plaats van wat zij zelf hadden voorgesteld?

De Amsjinover Rebbe zegt dat het verschil in hun voorstel ligt om „gewapend voor de Bnei Jisraël uit te trekken," terwijl Mosjé er steeds weer de nadruk op legde dat zij „voor Hasjem" zouden vechten, niet voor de Bnei Jisraël. Wanneer de volken van de wereld ten oorlog gaan, doen zij dat voor ‘Koning(in) en vaderland' - dat is de hoogst denkbare motivatie en niets kan eerzamer zijn. Zo niet Klal Jisraël: van Tora-studie tot de vervulling van de mitswot geldt, dat ieder motief dat pesoonlijk, hetzij individueel, hetzij op de gemeenschap gericht is, dat kan nimmer het ideaal zijn. Afhankelijk van de omstandigheden kan het totaal verkeerd of hoogstens acceptabel zijn, maar meer niet. Bij ons is het enige motief lisjma - om G-ds gebod te vervullen. Zelfs als wij ten oorlog trekken, doen wij dat „voor G-d."

De vertegenwoordigers van de stammen van Gad en Re'oeween hadden voorgesteld om voor Israël te vechten, Mosjé Rabbeinoe stelde hen voor om voor Hasjem te vechten. Dat zou tevens hun vertrouwen in Hasjem versterken en dan zou Hasjem hen zeker ook beschermen.

Verwisseling van taktiek
En Bil'am, de zoon van Pe'or doodden zij met het zwaard" (31:8).

Toen Bil'am erop uitging om Israël te vervloeken, was het zijn bedoeling hen met zijn mond te vernietigen, schrijft Rasji. Op die manier probeerde hij de eigenschap waar mee Hasjem Israël begiftigd had, over te nemen [en de stem is de stem van Ja'akov (Bereisjiet 27:22)]. Toen Israël erop uitging om Bil'am te doden, nam het de eigenschap over, waarmee Esav gezegend was: „De handen zijn de handen van Esav," en doodden zij hem met het zwaard.

Hieruit blijkt duidelijk, schrijft de Chafeets Chaïm, dat ons voornaamste wapen en werktuig onze mond is. Wanneer iemands gereedschap in goede staat verkeert, kan men voorwerpen van top-kwaliteit maken, zegt hij, en daarom is het van het uiterste belang dat een Jood zijn spraak in goede conditie houdt (vrij van lasterpraat en roddel en boze woorden) en hij die uitsluitend gebruikt voor woorden vanTora, tefilla en dergelijke. Zo creëert hij myriaden van werelden  en heilige engelen, zoals Jesjajahoe (51:16) schrijft: „En ik zal mijn woorden in je mond leggen ... om de Hemel te planten en de aarde te vestigen."

En dat is wat de Gemara in Choellien (58b?) bedoelt met: „Wat is de taak van een mens in deze wereld? Zichzelf stom te maken. Geldt dat ook voor woorden van Tora? Daarom schrijft Tora: ‘Spreek rechtvaardig.'"

Bron: Joods Leven

Betreft Mas'ej - tochten - is er sprake van een opsomming van de tochten in veertig jaar. Deze lijst geeft Hasjem's compassie voor Bne Jisrael weer omdat oha de rust tussen de tochten door lang waren, terwijl zij voor straf door het woestijn moesten rondtrekken. Bij elkaar spreken wij van 42 tochten. De eerste 14 vond voor de Meragliem plaats (vs. 33:18) en de laatste 8 (vs. 41-49) pa na de het veertigste jaar na Aharons dood. In de 38 tussenliggende jare, waren vlg Rasji slechts twintig tochten.

Volgens de RaMBaN bevatten de tweeënveertig tochten grote geheimen. Magen Avraham 428:8 citeert TzrorHamordat de twee en veertig plekken waar Bne Jisrael hun kamp opsloegen zinspeelt naar de twee en veertig-letterige Naam van G'd. Daarom mag het Toralezen tijdens het lezen van de plaatsen niet onderbroken worden. Maw de eerste alijah dat bij vs. 10 stopt, moeten wij doorlezen naar de volgende alijah, vs. 49. Onze rabbijn in Jeroesjalajiem, rabbi Sprecher, leerde ons daarnaast dat bij iedere toch van het ene punt naar de andere Bnej Jisrael spiritueel er klaar voor moesten zijn. Mocht er tijdens de tocht van A naar B lijken dat zij spiritueel niet gegroeid zijn - of G'd verhoedde - gedenigreerd waren, moesten zij weer terug naar het vorige rustpunt.

Dat Mosje een dagboek over de tochten bijhield, bleek uit 33;2 ...wajichtov Mosje.... 'al-pie Hasjem... Mosje schreef... mondde Hasjem... Direct na de uittocht, zo leert 'Or Hachjiem, kreeg Mosje van Hasjem de opdracht dit dagboek bij te houden. ...'et-motsa'ejhem lemas'ej-hem... mas'ejhem lemotsa'sjhem... hun voortgang volgens hun reizen... en dit zijn hun reizen volgens hun voortgang... Het opvallende is dat dit een herhaling is, maar de oorden zijn omgedraaid. De eerste keer wordt uitgedrukt hoe Hasjem hun reizen bekeek. De tweede keer is het vanuit het oogpunt van de mensen belicht. "Vertrek" is de uitdrukking dat Hasjem wilt dat het volk vooruit zou gaan in Zijn Plan, de reis naar hun bestemming. maar de mensen ondergaan dit anders.

Het menselijke natuur is ongedurig en zijn opzoek naar nieuwe avondturen. Wanneer zij hun kamp ergens een tijdje hadden opgeslagen, werden zij ontevreden. Zodra voor hen de tijd aanbrak om door te reizen, waren zij blij om door te gaan omdat de plek hen begon te vervelen. Hun doel was de reis en niet de eindbestemming (Rav Hirsch).
R'Bachya oppert dat de erhaling van de zin een verwijzing is voor de toekomstige verlossing. Wanneer Jisrael wederom middels een moeilijke reis Erets Jisrael zal bereiken.

R'Munk zegt dat wij als Joodse individuen ons altijd voort moeten bewegen nedat wij de tegenslagen hebben geïncasseerd.
Toekomstige bevrijding van ieder individu zowel de natie wenkt ons om recht op de volgende uitdaging aan te gaan.

 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.