11 Niesan 5784 | 19 april 2024
Parasja
Bereesjiet/ Genesis     Sjemot/ Exodus     Wajjikra/ Leviticus     Bamidbar/ Numeri     Dewariem/ Deuteronomium     Combinaties     Feestdagen     
Parasja / Wajjesjev / Commentaar Overzicht | Inzicht | Haftara | Commentaar
Bereesjiet/ Genesis 37:1–40:23 | door: Devorah
De haat van Joseefs broers voor Joseef
Dit werd bevestigd doordat Joseef van Ja’aqov een fijn wollen tuniek kreeg, een ketonet pasiem. Volgens Yafeh Toar was de tuniek gekleurd en gestreept. Sforno leert ons dat de tuniek een teken van leiderschap was. Aangezien Re’oeven – de eerstgeborene – zichzelf had verlaagd door Ja’aqovs bed te verhuizen. Daarom heeft Ja’aqov de status van eerstgeborene aan Joseef gegeven. De tuniek symboliseert Joseef’s nieuwe status (Kli Yakar).

De traditie leert dat Joseef wel met de zonen van de Bilah en Zilpah overweg kon (vers 2 na’ar ‘et-benej bilhah we’et-benej zilpah…... bij de zonen van Bilahah en de zonen van Zilpah…). RaSJBaM leert ons dat Joseef zich afstandelijk hield van de zonen van Leah, waardoor zij hem gingen haten. RaSJi leert dat Leah’s zonen geringschat met de zonen van Bilah en Zilpah omgingen omdat deze vrouwen de dienstmaagden van Leah en Rachel waren.
Een andere interpretatie van Ibn Ezra ligt in het woordje na’ar; bij. De zonen van Bilah en Zilpah zouden van Joseef hun eigen ‘jongen” of “dienaar” gemaakt hebben.
Vervolgens spreekt de Tora mbt Bilah en Zilpah over nesjej ‘aview…zijn vaders vrouwen ipv van dienstmaagden (35:22). RaMBaN leert ons dat zij de status van vrouwen pas kregen toen zowel Rachel als Leah waren overleden.

Ondertussen bracht Joseef dibatam ra’ah…slechte woorden… aan Ja'aqov over mbt de zonen van Leah. Dat was ook dé reden waarom zij hem haatten. Echter leert de Misdrasj ons dat Joseef hun gedrag verkeerd interpreteerde en waren zij volgens RaSJi daarom onschuldig. Ondanks Joseef het goed meende, had hij hen het voordeel van de twijfel moeten geve, zonder zijn eigen negatieve conclusies aan zijn reportage aan Ja’aqov te verbinden. Maar RaMBaN interpreteert de vers zo dat Joseef niet slechte woorden over de zonen van Leah, maar over de zonen van Bilah en Zilpah overbracht: wehoe na’ar ‘et-benej bilhah we’et-benej zilpah wajave’ josef et-dibatam ra’ah el-‘aviehem... en hij was bij de zonen van Bilahah en de zonen van Zilpah en dan bracht Joseef slechte reportage over hen aan hun vader.

vers 4 welo’ javloe dabro lesjalom… en zij waren niet in staat in vrede met hem te spreken…. De antipathie voor Joseef was inmiddels tussen de broers na het verkrijgen van de tuniek zo gestegen dat zij niet in staat waren een vriendelijk woord met hem te spreken, zelfs niet over vredelievende zaken. Alles wat zij zouden zeggen zou hij namelijk negatief interpreteren, ook al zouden zij proberen vriendelijk te zijn (R’Hirsch). RaSJi leert ons dat wij ondanks hun ogenschijnlijk schandelijk gedrag hun deugd kunnen zien: zij waren te eerlijk om liefde en vriendschap te veinzen die zij niet oprecht gevoeld hebben.

pagina 3 / 13 [1]      «      1   |   2   |   3   |   4   |   5      »      [13]
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.