Noach de Rechtvaardige Vorige Parasja werd er geleerd: Vs. 6:8...wenoach matsa' chen...en Noach vond genade... Wanneer iemand groots heeft gehandeld, kan zijn nazaten dankzij zijn goede daden genade van Hasjem ontvangen (Sforno). Vandaar wij altijd dawnen dat Hasjem de goede daden van onze voorouders moet herinneren. Ondanks Noach rechtvaardig was, heeft hij geen enkele poging gedaan zijn generatie met zijn rechtvaardigheid te beïnvloeden. Hij heeft hen nooit voor de hamaboel majiem gewaarschuwd en hen bewogen tesjoeva' te doen. Aangezien hij dit niet gedaan heeft, voldeed zijn rechtvaardigheid niet om anderen te redden.
Vs. 6:9…Noach ‘iesj tsaddieq… Noach was een rechtvaardige man…R’Mosje Feinstein leert waarom de Tora de goede daden van de rechtvaardige met zijn nazaten vergelijkt. Iemand moet net zoveel van houden om goede daden te doen zoals hij van zijn kinderen houdt. Hij moet goede daden niet uit plichtsbesef doen, maar uit liefde (‘emoenah). Hierdoor zal de persoon hard werken om zijn daden te perfectioneren, zoals hij geen kosten noch moeite bespaard om zijn kinderen te helpen. Ondanks dat, leren de commentaren ons dat Noach lang niet zo groot was als Avraham, maar in alle redelijkheid, hij zal naar waarschijnlijkheid veel groter geweest zijn als hij niet omringd werd door corrupte en immorele mensen.
|