1 april 1629: In de Portugese Evora vond een auto-da-fe plaats. De Portugese inquisitie beschuldigde een groot aantal afstammelingen van onder dwang gedoopte joden ervan in het geheim het jodendom aan te hangen en te praktiseren. 1 april 1940: 35.000 joden moesten binnen 3 maanden Krakow (PL) verlaten. Vele verlieten zonder bezittingen. 15.000 joden kregen toestemming in Krakow te blijven. 1 april 1941: Getto in Chmelnik, woj. Kielce. 10.000 joden (4/5 an de bevolking van de stad) werden daar onder gebracht. Velen overleefden dit niet door honger en ziekt. De synagoge bleef ook door de nazi’s niet gespaard. Sinds de 16e eeuw woonden daar joden. 1 april 1942: 1000 mannen, vrouwen en kinderen werden van concentratiekamp Therienstadt naar het getto in Piaski, woj. Lublin overgebracht. Vele mannen werden te werk gesteld. Door vele transporten kwam het aantal in het getto op 7000. Door slechte hygiëne en dergelijk een hoge sterftecijfer. 1 april 1944: Auschwitz II-Birkenau “ontving”een transport van Griekse joden. 1500 mannen, vrouwen en kinderen werden onmiddellijk vergast. |