Hasjems belofte aan Avram over het Joodse volk
In Bereesjiet 15:1 lezen wij: Anochie magen lecha…. Ik ben een schild voor jou. Rasji legt ons uit dat Hasjem Avram hiermee verzekerde dat Avram niet gestraft zal worden voor al die personen die Avram heeft omgebracht. Aram was bang wat zijn “loon” zou zijn geweest voor het ombrengen van de mensen. Hasjem zegt dat zijn loon (wat hij verdient heeft) zeer groot is. De beloning is dat Avram’s nakomelingen, de Joden, nooit zullen worden uitgeroeid!

In vers 2 zegt Avram als reactie hierop iets opmerkelijks: Adonie Alokiem!. Deze combinatie is buitengewoon. Avram noemt Hasjem Mijn HEER (Adonie). Dit geeft Hasjems heerschap aan. Avram was de eerste die Hasjem “Adon” noemde (Berachot 7b). “Elokiem” of “Hasjem” is de Tetragrammeton: Joed-He-Waw-… Elokiem geeft genade (Chesed) en gestrengde oordeel (Gevoerah) - zie overzicht van het Levensboom en haar Sefiroth. Avram zegt dat zijn HEER genadevol maar ook gestreng is. R. Hirsch leert ons dat G’ds gestrengde oordeel in essentie genade is ómdat Hij in Zijn oneindige wijsheid weet dat gestrengde oordeel nodig is om een betere toekomst te creëren.