18 augustus 1941: 5000 inwoners van het getto van Daugavpils werden doodgeschoten. 2000 joden van het getto Kolomyja werden bijna door de Oerknase politie in de bossen doodgeschoten, maar de Hongaarse opperbevelhebber wist hen van een wisse dood te redden. 3000 joden worden uit het getto van Kaunas (Litouwen) gehaald en in Fort 9 vermoord. 18 augustus 1942: 1200 joden van Kurzanihradek en 3000 van Luniniec worden door de SS vermoord. 1500 joden van Przystak en 1100 van Garbatka worden door de nazi’s weggevoerd naar vernietigingskamp Belzec. 200 worden ter plekke door de SS doodgeschoten. 1300 joden van kamp Tenje worden naar vernietigingskamp Jasenovac gestuurd. Slechts 10 overleven deze afschuwelijke ramp. 712 volwassen joden en 287 joodse kinderen worden van Mechelen naar Auschwitz getransporteerd. Niemand overleeft dit. |