10 september 1349: De weinige joden die in maart van dit jaar het bloedbad in Konstanz aan het Bodenmeer hadden overleefd werden op deze datum verbrand. Hiermee kwam een einde aan de joodse gemeenschap van Konstanz. 10 september 1942: In Blihusz (vlakbij Wilno) werden 200 joden door de SS vermoord. Op Rosj Hasjana, het joodse nieuwjaar, werden 333 joden uit Neuenberg en 990 joden uit Wenen door de nazi’s gedeporteerd naar vernietigingskamp Theresienstadt. In het getto van Sanok waren 8000 joden uit de stad zelf en omgeving opgesloten. De ouderen en de zieken werden naar een bos gebracht en door geschoten. De resterende 5000 joden werden samen met de 8000 andere joden uit Tarnow gedeporteerd naar vernietigingskamp Belzec. 750 joden van Horodna en 550 van Plotnice werden door de SS vermoord. 3600 joden van Stolin werden gedood. Eerst ouden en zieken in hun bed en daarna anderen middels een opstelling van rijen op de markt die vervolgens in groepen van 500 naar bossen werden gebracht en ondanks het hevige verzet doodgeschoten. Slechts enkele wisten te ontsnappen en sloten zich aan bij de partizanen. Boeren uit de omgeving zouden de gevluchte joden echter aan de Duitsers uitleveren waarna te openbaar werden opgehangen. |