11 september 1902: In Czestochowa in het toen tot Rusland behorende deel van Polen braken rellen uit die gepaard gingen met tegen joden gerichte excessen. Joden werden op straat in elkaar geslagen, joodse huizen werden vernield en joodse winkels leeggeplunderd. Militairen moesten tussenbeide komen en arresteerden ongeveer tweehonderd relschoppers, onder wie twee priesters. 11 september 1939: Een groot aantal van de 6500 joden van Kaluszyn (PL) werden door de Duitse bezetters in een kerk opgesloten en drie dagen gemarteld. 11 september 1942: 1600 joden van Gorodok (Wit Rusland) werden tijdens Rosj hasjana door de nazi’s vermoord. 400 overlevenden werden overgebracht naar het geoot van Krasnoje. 31e transport van 1000 joden van Drancy (Parijs) naar Auschwitz. 920 joden werden bij aankomst direct vergast. Slechts 13 mannen zouden deze hel overleven. Groot aantal van de 10000 joden van het getto van Lida werden gedood. De overigen werden getransporteerd naar vernietigingskamp Treblinka. 874 geïnterneerden van Westerbork (NL) werden naar Auschwitz gestuurd. |