25 april 1302:
In Maagdenburg (D) had zich een gerucht verspreid dat de joden een Christusbeeld hadden gemaakt om die vervolgens in de synagoge te kruisigen. Woedende menigte drongen de joodse wijk binnen en doodden 7 joden en plunderde de huizen.

25 april 1942:
Transport van 105 joden van Bamberg (D) naar het vernietigingskamp Belzec. Transport van 1000 joden van het concentratiekamp Theresienstadt naar Warschau. Bij aankomst werden zij ondergebracht in een synagoge. Een groep mannen die geschikt waren om te werken, werden te werk in het kamp Rembertow gesteld. De overigen werden naar het vernietingingskamp Treblinka vervoerd waar zij allen vermoord werden. De geïnterneerden in het kamp van Rembertow zouden in 1944 een vluchtpoging doen, maar merendeel zou door de SS worden vermoord. Er zouden slechts 8 overlevenden zijn.

25 april 1943:
In het bos van Bikerneku (Letland) werd een onbekend aantal joden (merendeels vrouwen en kinderen) doodgeschoten.

25 april 1944:
160 joden op transport van Risiera di San Sabba (I) naar Auschwitz.

Koning Sjlomo heeft terecht gezegd: Een goede naam is beter dan goede olie. De goede olie wordt naar beneden gegoten, een goede naam neigt naar omhoog. Olie, nochtans goed, wordt uitgeput; een goede naam niet. Het goede olie wordt slechts bezeten door de rijken; de armen evenals de rijken kunnen zich in een goede naam verheugen. Goede olie kunnen wij slechts van één schip in een andere zetten; terwijl een goede naam overal doorgeeft. De beste olie dat op een lijk wordt gegoten, is weerzinwekkend; de goede naam van een dode mens is een glorie aan zijn herinnering. De olie dat op een brand gegoten wordt, zal branden; een goede naam is bestand tegen vuur.