Ja’akov, de meest uitgebalanceerde aartsvader, verschijnt in de Joodse literatuur als het schoolvoorbeeld voor de Joodse arbeidsethos. Maimonides paskent (beslist) in zijn arbeidswetgeving dat “een werknemer verplicht is zich volledig voor zijn werkgever in te zetten” want Ja’akov zei letterlijk tegen zijn vrouwen Lea en Racheel “met heel mijn kracht heb ik jullie vader (Lawan) gediend” (Bereesjiet 31:6). In de Talmoed wordt Ja’akov niet geciteerd als de voorbeeldige werknemer maar Maimonides heeft dit gegeven direct uit de Tora gelicht, als voorbeeld voor zijn lezers (Voorschriften van huur 13:7).
|