19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Wees als sterren: kijk naar elkaar om
Publicatiedatum: woensdag 18 december 2013 Auteur: Redactie | 1.322 keer gelezen
Redactie, Talmoed Tora, Ahavat Israel [naaste liefde], Moessar [ethiek] »
Habet-na' hasjamajmah oespor hakochaviem 'iem-toechal lispor 'otam...kijk omhoog naar de hemel en tel de sterren, als je in staat om te tellen zijn...” [Bereesjiet 15:15].

Hasjem telt iedere dag[Tehilliem 147] wel twee keer per dag de sterren. Een keer bij schemering wanneer de sterren voor het eerst aan de Hemel verschijnen en Hasjem telt de sterren nogmaals bij het aanbreken van de dag, wanneer zij hun taken hebben afgerond. Hasjem geeft ieder ster zijn individuele en liefdevolle zorg en dit meer dan bij de andere hemellichamen. Waarom?

Ooit waren de zon en de maan even groot. Zij hadden heerschappij over hetzelfde gebied, hadden even veel macht en zij gaven even veel licht. Wanneer de zon overdag haar werk gedaan had, nam de maan 's nachts haar taken over. Op een gegeven moment ging de toch ontevreden maan naar de Almachtige. Hij zei tegen Hem: "Heerser van Aarde, hoe kunnen twee koningen dezelfde kroon dragen en even machtig zijn in één rijk? Houdt Jij liever niet een hiërarchie op de wereldorde na?" Uiteraard wilde de maan dan graag de grotere hemellichaam zijn. Hasjem zei daarop: "Daarom zal jij kleiner worden en je licht ontvangen van de zon, die boven jou staat." De zon behield haar licht, maar de maan verdoofde. Het grootste licht tot heerschappij over de dag en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht (Bereesjiet/Gen. 1:16). Hier was de maan natuurlijk niet blij mee en ging weer naar de Almachtige toe en zei: "Heerser van de Aarde, moet ik alleen daarom kleiner worden, omdat ik iets rechtvaardigst met Jou besproken heb?" G´d troostte de maan en zei: “zo vaak jij 's nachts aan de hemel zult verschijnen, zullen ontelbare sterren je vergezellen, zoals lijfwachten een vorst vergezellen. Bovendien zullen de Israëlieten de dagen en de jaren met behulp van jou berekenen." (Choelin 60B)

De reden dat de sterren zijn geschapen, zoals de Talmoed al verhaalt in Choelin 60b, is om de maan te troosten met zijn lot. Hasjem paaide de maan door hem te laten vergezellen door ontelbare dienende hemellichamen. Sterren zijn schepsels die geschapen zijn om te sussen en te verzoenen middels de ongebreidelde genegenheid van Hasjem.

Zoals Hasjem de sterren twee keer per dag telt en hen zo innig behandelt, zo telde Hasjem de sjvatiem – de stamvaders – twee keer. Een keer tijdens leven [Bereesjiet/Gen.] en een keer na hun dood [Sjmot/Ex. 1]. Volgens de Me'am Loez is dit een duidelijke indicatie van hasjchachah pratiet... G'ddelijke toezicht op de individuele Jood. Alleen Joden hebben deze verdienste ontvangen. De andere volkeren vallen onder een hasjchachah klalit, een algemene toezicht. Zoals Hasjem's ogen dag en nacht op Israël is gericht, zo zijn de ogen van de cheruviem gericht op de rest van de wereld, namens Hasjem. Voor Hasjem zijn Joden dus even kostbaar als sterren en geeft hen ook dubbele namen. Een dubbele uiting van Zijn liefde.

Wat leren wij hieruit?

Een naam geeft een individuele identiteit weer. In het Hebreeuws is het woordje naam 'sjem'. Maar 'daar' is sjam. Sjem en sjam schrijf je allebei hetzelfde: שם. Met het woordje 'daar' identificeer je iets [R'Hirsch]. Een nummer is een verbinding tussen andere nummers boven en onder. Zo is bijvoorbeeld het cijfertje 7 een accumulatie van zes cijfers eronder en geeft ontelbaar getallen erboven weer dat eerst met de 8 wordt opgevolgd. Dus sjem en sjam hebben een dubbele rol.

Iedere Jood draagt een dubbele verantwoordelijkheid: zijn rol als individu [sjem], maar ook als 'teamplayer' van Klal Jisrael [sjam]; onderdeel van de goef [het lichaam] van heel Israël. Daarom worden wij vergeleken met sterren. Hasjem geeft ieder van ons een eigen naam, maar ook en nummer. Dat is een liefhebbende herinnering dat ieder Jood weliswaar in galoet zit, maar dat wij als volk onverschrokken eruit zullen komen! Daarom leert de Chazal dat wij moeten uitkijken dat wij niet gebruik maken van onze niet-Joodse naam door onze Joodse naam op te geven. Veel Joden in galoes hebben namelijk naast hun Joodse naam ook een niet-Joodse naam. Hoewel Klal Jisrael in Mitsrajiem spiritueel laag gezonken was, behielden zij wel stringent hun Joodse naam aan. Zij gaven hun Joodse identiteit dus niet op, waardoor de essentie van Klal Jisrael intact bleef!

Wij moeten ons gedragen als sterren: geven om een ander en bezorgd zijn om ieders welzijn. We moeten altijd er alles aan doen om onze omgeving blij te maken en tevreden te stellen. Hasjem reageert op ons als onze schaduw. Wie goed doet, die goed ontmoet. Maar het tegendeel geldt ook [Harav Aharon Bakst].

Rav Chaim van Volozhin zei altijd tegen zijn kinderen [waaronder Rav Yitzchak van Volozhin]: “Een persoon is niet geschapen om over zichzelf zorgen te maken, maar hij moet juist zijn hand uitreiken naar anderen en anderen helpen!”
Denk eerst aan je naaste en dan pas aan jezelf. Als we dat allemaal doen, komt niemand te kort en zullen we schijnen als sterren, genietend van Hasjems onbegrensde liefde.

Bron: Limud Yomi Kleinman Edities I

©Jodendom-online 2013

Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.