24 Niesan 5784 | 02 mei 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
De generatie van de Risjoniem (1040-1450 n.d.g.j.)
Publicatiedatum: woensdag 19 november 2003 Auteur: Redactie | 9.343 keer gelezen
Halacha, Geschiedenis/Gebeurtenissen, Redactie, Talmoed Tora »

Risjoniem betekent ´eersten´. Tegen die tijd waren de Talmoedische citaten beter geordend en overzichtelijker samen te vatten. De Risjoniem categoriseerden de Talmoed door de Talmoed van hoofdstukken en paragrafen te voorzien.

  1. RaSJi: Rabbi Sh´lomo bar Jitschak
  2. RaSJBaM: Rabbi Sh'mu'el ben Meïr
  3. RaMBaM: Rabbi Mosje Ben Maimon (Maimonides)
  4. RaMBaN: Rabbi Mosje Ben Nachman (Nachmanides)

Rabbi Sh´lomo bar Jitschak
RaSJi is in 1040 in Troyes (Frankrijk) geboren en stierf in dezelfde plaats in 1105. De traditie vertelt ons dat de religieuze ijver RaSJi´s vader, Rabbi Jitschak, zo ver droeg dat hij een edelsteen in de zee gooide om niet door zonde van het Christendom verleid te worden. Waarop hij een stem hoorde die hem voorspelde dat hij een nobel zoon zal krijgen. Zijn moeder heeft haar zangerschap op het spel moeten zetten, om niet tussen twee voertuigen gelikwideerd te worden, door keihard tegen de muren van een nauwe straat in de Duitse stad Worms te duwen. Hierdoor onstond er een soort nisje in de muur. Dat plekje schijnt heden nog steeds te zien zijn, zo ook de bank waarvan RaSJi leerde. RaSJi studeerde in Worms en adoreerde zijn leraar Rabbi Ja´akov ben Yakar. Na de dood van Ja´akov ben Yakar (medeoprichter van de Yeshiva Academie van Worms) volgde hij lessen van Jitschak ben Eleazar ha-Levi, (Segan Lewiyah) en, de familielid van RaSJi, Jitschak ben Judah hoofd van de school van Mainz. Toen RaSJi vijfentwintig was verliet hij zijn leraren, maar bleef met hen bevriend. Even zijlings: de Joodse begraafplaats in Worms is de oudste Joodse begraafplaats van Europa. Naast zijn studies was RaSJi wijngaardhouder en produceerde wijn. Voor zijn functies als rabbi en beoordeler, ontving hij geen salaris. Hij kreeg drie dochters waarvan twee met twee van zijn leerlingen Judah ben Nathan and Meïr ben Sh'mu'el trouwden. Hierdoor werd zijn familie belangrijk binnen de rabbinale leer in Frankrijk. RaSJi heeft diverse commentaren geschreven.

Zijn laatste jaren waren extreem zwaar. Veel vrienden en familie vonden de dood bij slachtpartijen van de eerste Kruistochten. De legende vertelt dat RaSJi en Gdfried van Bouillon vrienden waren. RaSJi stond bekend als de meest opvallend en representatief figuur met de middeleeuwse Joodse geest. RaSJi was gesneden uit het meest simpele Joodse traditie. Hij schreef ondermeer dertig Talmoedische verhandelingen en een commentaar op de gehele TeNaCH. Zijn commentaar op de Pentateuch zijn in honderden edities gedrukt en is nog steeds de populairste commentaar op de Mozaïsch boeken.

Rabbi Sh'mu'el ben Meïr
RaSJBaM is de kleinzoon en zoon van de schoonzoon (Meïr ben Sh'mu'el) van RaSJi en werd in 1085 geboren en stierf op een respectabele leeftijd in 1174. Ondanks zijn opa, hanteerde RaSJBaM een andere methode van intepretatie. Hij schreef commentaren op de Pantateuch en andere delen van het Schrift. Zijn methode was anders dan de exgese-achtige en het traditionele zoals men in die dagen gewend was. Zo heeft hij ingevoerd dat de dag pas bij ´dag en dauw´ inging in plaats van, de Joodse gewoonte, de zonsondergang. Een andere intepratie van RaSJBaM had betrekking op Be-resjt/Genesis 49:10. Er staat in de Tora: The sceptre shall not depart from Judah, nor the ruler's staff from between his feet, as long (´for that´ wordt ook wel eens gebruikt) as men come to Shiloh; and unto him shall the obedience of the peoples be. RaSJBaM had het graag zien veranderen in: Until he cometh to Shiloh. Hij was van mening dat Shiloh een afdeling van het Koninkrijk van Judah na de dood van Sh´lomo HaMelech (koning Salomo) zou zijn. Het zou vlak bij Shechem zijn gekomen, bij de stam van Efraïm.

De aantekeningen van RaSJBaM op de Bijbel zijn kort en bondig, maar zijn commentaren op de Talmoed zijn langdradiger.

Rabbi Maimonides
RaMBaM in 1135 in Cordoba te Spanje op de wereld en stierf in 1204 in Caïro in Egypte. RaMBaM had een enorme respect voor Islamitische filosoof Aboe al-Walîd ibn Ahmad ibn Roesjd (1126- 1198), beter bekend als Averroës. Op zich niet gek, wanneer jij je realiseert dat in die dagen er sprake was van de Islamitische overheersing waar de Joden minder beperkingen opgelegd hadden gekregen en hogere posten bekleedden, dan bij de Christelijke overheersing. RaMBaM is de belangrijkste persoon van de post-Talmoedisch Judaïsme en neigde naar een mystieke geloofsbelevenis. RaMBaM kreeg vooral zijn aanhang binnen de Zuid Europese Joden. Naast rabbi was RaMBaM filosoof en arts en heeft hij zoveel geschreven dat je zou denken dat er sprake van een hele academie van geleerden was, terwijl hij dit allemaal in zijn eentje geschreven heeft. Als arts deed hij het ook lang niet slecht. Hij was arts aan het hof van Saladin. Middels de Misjneh Torah (Complete Herhaalde Mededeling van de Mondelinge Wet) trachtte hij de Wetten systematische weer te geven door het in veertien consequente groepen te verdelen. Ieder groep was één boek en ieder boek werd netjes in secties, hoofdstukken en paragraven verdeeld. De verdeling luidde:

  1. Madda (kennis). Gaat over geloof en de essentiële waarheid als Eenheid van G´d en Zijn onstoffelijkheid.
  2. Ahabah (Liefde). Voorschriften die altijd nauwkeurig opgevolgd dienen te worden wanneer liefde G´d toekomt.
  3. Zemannim (Tijden). Hier worden de wetten besproken binnen vastte tijden gelimiteerd zijn, zoals de Shabbat en de feestdagen.
  4. Nashim (Vrouwen). Huwelijkswetten.
  5. Kedushah (Heiligheid). Hier worden wetten besproken m.b.t. verboden sexuele relaties, verboden voedsel, enz.
  6. Hafla´ah (Afscheiding). De Wet m.b.t. geloften en eden.
  7. Zera´im (Zaden). Landbouw Wetten.
  8. Abodah (G´ddelijke Bediening). Voorschriften m.b.t. de Tempel en van het aanbidden en offeren van de gemeenschap.
  9. Korbanot (Offers). Wetten m.b.t. offerranden, behalve de offerranden van de gehele gemeenschap.
  10. Tohorah (Reinheid). Regels over reinheid en onreinheid.
  11. Nezikin (Letsels). Gaat over strafrecht.
  12. Kinyan (Aankoop). Voorschriften over koop en verkoop.
  13. Mishpatim (Rechten). Civiel Recht.
  14. Shofetim (Rechters). Voorschriften m.b.t. de magistraat, de Sanhedrin, de koning en de rechters. Maar ook hun verplichtingen en voorrechten.

Dit alles werd niet altijd even gewaardeerd, omdat sommige geleerden het gevoel kregen dat men misschien geen moeite meer wilde nemen om de Talmoed te bestuderen. Daarbij vonden sommige mensen hem niet erg duidelijk m.b.t. de opstanding der doden (13e geloofsprincipe; zie stukje verder). Zijn tijdgenoot RaMBaN kon ons vertellen dat RaMBaM de opstanding der doden niet ontkende, maar de betekenis van de opstanding wel veranderde. Ook heeft RaMBaM de nog openstaande vraagstellingen in de Talmoed naar eigen inzicht behandeld.

RaMBaM heeft ook de Sefer HaMitzwot geschreven, waar hij de 613 mitzwot uit de Tora (zie alle geboden van de Tora) uiteen zette. Dit om het feit dat er in die dagen veel verwarring inzake de 613 mitzwot bestond. De 613 mitzwot waren niet schematisch opgesteld en er waren conflicten binnen de diverse systemen. Zijn werk werd alom geaccepteerd en vormde de basis van de komende lijsten van de 613 mitzwot. Met zijn 13 geloofsprincipes, heeft hij de basisprincipes van de Jood doen laten ontstaan:

  1. G´d bestaat
  2. G´d is Eén en Uniek
  3. G´d is onstoffelijk
  4. G´d is Eeuwig
  5. Gebeden moeten rechtstreeks tot G´d gericht worden
  6. De woorden van de profeten zijn naar waarheid
  7. Mosje´s profetieën zijn waar en Mosje was de grootste profeet
  8. De geschreven Tora (de 1e 5 boeken van de Bijbel) en de Talmoed zijn door Mosje gegeven
  9. Er is geen andere Tora
  10. G´d kent de gedachten en daden van de mens
  11. G´d zal de goeden belonen en de slechten straffen
  12. De Mashiach zal komen
  13. De doden zullen opstaan (Olam Ha-Ba)

Toen RaMBaM stierf verloor de Joodse gemeenschappen de belangrijkste halachist uit de middeleeuwen. Joden en Moslims rouwden om zijn dood. Hij werd begraven in Tiberias.

Rabbi Nachmanides
RaMBaN werd in 1194 in Spanje geboren en stierf in 1270 in Israël. Met bepaalde zaken was RaMBaN niet met RaMBaM eens en vanuit zijn zachtaardige karakter, heeft hij zich nooit aangesloten bij de anti-Maimonides-´partij´. Hij spande zich in om een brug te slaan tussen de aanbidders en de anti RaMBaM, maar zijn missie mislukte. Een mooi voorbeeld hoe verdeeld de beide rabbi´s konden denken over één en dezelfde onderwerp, is het onderwerp over ontmoetingen met engelen. RaMBaM was van mening dat een ontmoeting met een engel uitsluitend middels een visoen ging (Moré Newoechiem 2:42). RaMBaN daartegen was van mening dat een engelenontmoeting wel degelijk een historische feit kon zijn (Commentaar Nachmanides op Be-resjt/Genesis 18:1). Van alle Risjoniem was RaMBaN het meest gericht op de psychologie en mocht zichzelf, naast dat hij medicijnen heeft gestudeerd, psycholoog noemen. Voordat hij amper een puber was, viel zijn naam al bij de autoriteiten van de Talmoed! Ook was hij er bekend met de Kabbalah. Hij noemde zichzelf, net als andere beoefenaars Ba'alei ha-Yedi'ah, wat ´Meester van de Kennis´ betekent of HaYode´iem, zij die weten. Echter een Kabbalist kunnen wij hem niet noemen, omdat hij eerder vanuit moreel principe de Kabbalah benaderde, dan vanuit de letter. Vanuit zijn psychologisch doch ook ietwat Kabbalistisch standpunt, meende RaMBaN dat het primairde doel van de mitzwot het verfijnen van onze zielen is, i.p.v. het dienen van G´d of het helpen van G´d. Verfijnen van de ziel heeft te maken met jezelf afscheiden van de stoffelijke wereld. Dat kan middels meditatie in een klooster of werken aan een goed doel om andere mensen te helpen. Hij was van mening dat onze ziel net zilver is dat gemakkelijk dof kan worden. RaMBaN voerde de term Yode´ei Chen in de Kabbala. Chen staat voor Chochmàh Nistaràh; verborgen wijsheid. Een andere reden om hem geen Kabbalist te noemen, is het feit dat RaMBaN de ex nihilo verklaarde en stond erop dat alle attributen aan G´d toegeschreven diende te worden! Vele Bijbelverhalen zag RaMBaN als een afschaduwing van de geschiedenis van de mensheid, waardoor hij tot de conclusie kwam dat de zes Scheppingsdagen een profetie van gebeurtenissen van de daarop volgende zesduizend jaar zou zijn. De zevende dag zou de typische Messiaanse millennium zijn. Ja'aqov en Esaw zouden de prototypen van Israël en Rome zijn en de oorlog van Mosje en Yehosua met de Amelekieten zou een profetie zijn van de oorlog tussen Elijahoe en Edom (Rome) voor de komst van Mashiach ben Dawid. Zijn mystieke kant en zijn beredenering waren eensgezind. De bekendste werk van RaMBaN is ondermeer zijn commentaar op de Pentateuch. Zijn commentaar is anders dan de rest: het is origineel en met charme geschreven. Daarnaast schreef hij Igereth HaKodesh (Brief en Heiligheid) en Tora HaAdam (Wet van de Mens) die respectievelijk over de heiligheid van het huwelijk en plechtigheid van het sterven gaan. Deze werken zijn weer een uitstekend uitgebalanceerde werken tussen spiritualiteit en de nodige traditie. Als Talmoedist had hij een grote reputatie en bezette een belangrijke positie in de geschiedenis van de acceptatie van de Kabbalah door de middeleeuwse Joden. Echter heeft hij geen nieuwe bijdrage aan de filosofie van de mystiek geleverd. Ondanks het feit dat deze beroemde rabbi zelf een mysticus was, was hij ook bij de tegenstanders van de mystiek (zoals RaMBaM) een populair figuur. In 1263 werd RaMBaN gedwongen, in bij zijn van koning James van Aragon, een dispuut aan te gaan met de Joodse Christen Pablo Christiani. Hij werd beschuldigd van blasfemie en werd voor zijn hele leven verbannen en ging in Israël wonen.

RaMBaN is 76 jaar geworden.

Pagina index:
Copyright © 2003 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.