8 Niesan 5784 | 16 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Dialoog met onze omgeving
Publicatiedatum: zondag 12 juni 2011 Auteur: Dayan mr. Drs. R. Evers | 1.813 keer gelezen
Opperrabbijn R. Evers, Maatschappij, Amalek, Joodse opvatting tav het christendom en islam, Assimilatie »

4000 jaar later
Hoe gaan we 4000 jaar later met onszelf en onze omgeving om? Tijdens een besloten conferentie in Londen beet Opperrabbijn Prof. Jonathan Sacks de spits af met puntige statements: wanneer men op straat mensen naar hun geloof vraagt, zullen de katholieken zeggen dat ze katholiek zijn en de protestanten dat ze protestants zijn. Wanneer iemand antwoordt dat hij een ‘human-being’- een mens - is, kun je er zeker van zijn dat hij of zij joods is. Waar is onze joodse trots, waarom ontwijken vele joden het antwoord op de vraag naar hun geloof?

Wetenschapper als hij is, deed de Opperrabbijn experimenteel onderzoek. Hij stuurde brieven naar vierhonderd maatschappelijke geëngageerde joden met de vraag de inhoud van hun jodendombeleving te beschrijven. Slechts zes stuurden een antwoord terug: drie gaven duidelijk aan dat zij hun jood-zijn negatief ervoeren, terwijl de drie anderen respondenten daar een matig positieve kijk op hadden. Zou een dialoog met onze christelijke omgeving er in kunnen slagen ons negatieve imago op te poetsen?

Weinig groei
Ook de visie van Opperrabbijn Jisraeel Lau van Israël was weinig optimistisch. Hij vergeleek de statistieken van direct na de tweede wereldoorlog met die van nu: in 1945 waren er ongeveer twaalf miljoen joden, terwijl er nu een kleine veertien miljoen op de aardbol vertoeven. Dat hadden er 24 miljoen moeten zijn. Kennelijk is er een enorme assimilatie en vervreemding gaande, ondanks alle euforie over de terugkeerbeweging.

Orthodox-Reform
Emanuel Feldman (Atlanta) en Berel Wein (Monsey, Jerusalem) bespraken met vele andere rabbijnen in een besloten sessie de spanningen tussen orthodox en reform-jodendom. De sfeer was open en eerlijk. Eye-opener was de opmerking dat het jodendom als geheel zich heeft verzoend met de minderheidsstatus in een andersdenkende omgeving, maar de orthodoxie in Amerika – en in sommige gevallen ook in Europa - die status nooit heeft geaccepteerd. Wij idealiseren het vrome verleden maar harde statistieken uit 1920 tonen onverbiddelijk aan dat reeds zeventig procent van de joodse kinderen in Polen openbare scholen bezocht.

Gebrek aan strategie
Het ontbreekt de orthodoxie aan een strategie om de meerderheid voor zijn idealen te winnen. De orthodoxie in Israël heeft geleerd het spel te spelen, maar daarbuiten heeft men zelden of nooit een PR-manager in dienst. Ook een media beleid ontbreekt. Rabbijn D. Meyer (Londen) gaf aan dat er aan het einde van de vorige eeuw nog maar 25 echte professionele video’s op de markt waren die de aspecten van het Tora-getrouwe leven schetsen. Rabbijn M. Fletcher (Glasgow) probeerde de gemoederen te sussen met de stelling dat in Europa het georganiseerde jodendom nog steeds overwegend orthodox is, maar Berel Wein, auteur van Triumph of survival vroeg zich af waarom de ‘vromen’ dan zo weinig uitstraling hebben, om zelf op te merken dat er binnen de orthodoxie gebrek aan ‘outreach’ en samenwerking is.

Dialoog
Uitvoerig kwamen ook de samenwerking met andere stromingen aan bod. Hoewel de vrome aanwezigheid in Israël steeds sterker wordt, menen Israëlische journalisten de groei van het orthodoxe kindertal nu te moeten toejuichen als aanwinst voor het land, omdat ‘alle orthodoxen toch vroeg of laat hun religie aan de wilgen zullen hangen’. Knap naïef, maar toch vroegen diverse sprekers zich af waarom het in de jaren vijftig-zestig voor reform rabbijnen gebruikelijk was ‘gittien’ – de echtscheidingsprocedures - door te sturen naar de orthodoxe rabbinaten, terwijl zij dit tegenwoordig uit principe niet meer doen. Wat willen wij van de reform? Dat ze vroom wordt of weggaat? legde Berel Wein zijn gehoor voor. Wein citeerde Rabbi Sa’adja Ga‘on uit het tiende-eeuwse Babylonie, die de Kara’ieten – een afwijkende sekte - verdreef, terwijl Maimonides (1135-1204, Egypte) deze juist dichter bij het jodendom probeerde te halen. Met verbluffende openhartigheid gaven verschillende sprekers toe in het geheim (“het is niet goed voor hem en niet goed voor mij om dit openbaar te maken”) te leren met Reformrabbijnen.

Rav Bamberger- Rabbiner Hirsch
Willen wij de behandelingen van de echtscheidingen en de gioer (de overgang tot het jodendom) terugkrijgen, dan zullen wij de Reform meer in zijn waarde moeten laten, klonk het. Lang niet iedereen was het hiermee eens en de gezaghebbende meningen van Rav Bamberger (‘zolang ze onze vrome instituten met rust laten, kunnen we naar de overheid toe een paraplu-organisatie behouden’) en Rav Samson Rafael Hirsch (‘de enige oplossing is een Austrittsgemeente’) werden weer in stelling gebracht. Algemeen was men ervan overtuigd dat de orthodoxie er goed aan zou doen alle ‘labels’ uit de beeldvorming te verwijderen. De term ultra-orthodox heeft een negatief imago, ultra-reform minder omdat het gevoel van vrijheid er in onze ‘permissive society’ met de paplepel wordt ingegoten.

Christendom
De laatste tijd zit er schot in de discussies tussen christenen en joden. Hoewel het zeer nuttig is dat mensen uit verschillende groeperingen voor elkaar open staan en een eerlijk gesprek met elkaar aandurven, heb ik toch enkele bedenkingen van psycho-religieuze aard tegen een (ongebreidelde) dialoog. Prof. Z. Falk meent, dat weerstand tegen deze dialoog te wijten is aan een inferioriteitscomplex bij rabbijnen. Ik geloof dat hier heel andere zaken spelen.

Assimilatie
Allereerst ben ik van mening dat een dergelijke dialoog voortkomt uit onbewuste assimilatorische tendensen. Om met dit laatste te beginnen. De Tora gaat er au fond van uit, dat het joodse volk in religieus, cultureel en fysiek opzicht niet werkelijk kan gedijen temidden van andersgezinde volkeren. Vroeg negentiende-eeuwse Duits-joodse hervormers wilden alle riten en symbolen die een nationaal-joods karakter droegen, uitbannen. Bewust of onbewust wilden zij hiermee de weg openen voor een vergaande verbroedering. De wenselijkheid van een dialoog komt soms voort uit ditzelfde gevoel: jodendom en christendom zouden veel gemeenschappelijk hebben. Er zou een brug geslagen kunnen worden tussen beide religies, beide gesprekspartners zouden hier wat aan hebben. En op dit punt komt de assimilatorische tendens naar voren. Een dialoog veronderstelt de mogelijkheid en wenselijkheid van toenadering en wederzijdse aanvaarding.

Andere gebieden
Vrijheid, gelijkheid en broederschap gelden als positief binnen het jodendom, wanneer dit beperkt blijft tot samenwerking op het gebied van handel, wetenschap en filantropie of andere economische en burgerrechtelijke gebieden van een pluriforme maatschappij, waar leden van verschillende geloofsgroeperingen in harmonie moeten kunnen samenleven. Samenwerking op geloofsgebied is ook mogelijk indien het gaat om het verdedigen van het idee van bijzondere scholen of de openbare zedelijkheid. Het jodendom keert zich echter tegen een uitwisseling van pure geloofskwesties. Dialogen leiden eerder tot verwarring dan tot consolidatie van de eigen identiteit, te meer daar vertegenwoordigers van joodse groeperingen bijna altijd in de minderheid zijn op interkerkelijke congressen.

Oppervlakkig
Het jodendom propageert een ongebreidelde dieptegroei in de eigen religie en eist dit ook met zoveel woorden van zijn belijders. Interkerkelijke debatten leiden zelden tot verdieping in het jodendom. Veel vaker worden de overeenkomsten tussen de verschillende religies benadrukt en dit is bijna per se een oppervlakkige zaak, in ieder geval vanuit het traditionele jodendom bekeken. Velen menen dat een dialoog de geesten nader tot elkaar brengt. Ik heb een aantal van deze dialogen gevolgd. Het vreemde was nu, dat het doel, het verhogen van wederzijds begrip, niet erg uit de verf kwam. Soms wordt de rivaliteit aangewakkerd. Beide partijen proberen dan punten te scoren door het plaatsen van slimme opmerkingen teneinde de ‘tegenpartij’ in het nauw te drijven. Dit fenomeen kan waargenomen worden bij allerlei soorten polemieken maar speelt des te meer bij religieuze discussies, daar de eigen religie ieder werkelijk gelovig mens na aan het hart ligt.

Zendingsijver
Een ander punt vormen de verschillen in zendingsijver. Hoewel de missie in de Benelux slechts in bedekte termen bedreven wordt, speelt de zending in andere landen, zoals Israël en de Verenigde Staten, een belangrijke rol in het christelijk denken. Het jodendom verbiedt zending onder niet-joden en het winnen van zieltjes geldt als afkeurenswaardig. Wanneer de ene partij er op uit is de ander van zijn religieus gelijk te overtuigen en de andere partij een dergelijke drang niet voelt, is het gevaar niet denkbeeldig dat de eerste groep de dialoog gebruikt om haar doel te bereiken. De dialoog ontaardt dan in een monoloog met alle gevolgen van dien.

Bitoel zeman
Verder speelt voor joden nog een economisch-religieus probleem: het argument van bitoel zeman, het gebruik dat ieder moet maken van de beperkte, hem toegemeten tijd hier op aarde. Ieder individu heeft slechts een beperkte hoeveelheid tijd, energie en invloed. Ieder weldenkend mens voelt aan dat hij in eerste instantie verantwoordelijk is voor het wel en wee in zijn eigen (religieuze) gemeenschap. Wij leven in een tijd van een groeiende belangstelling voor Jiddisjkeit in al zijn verschijningsvormen binnen het joodse volk. Interkerkelijke debatten en dialogen moet er per definitie ten koste gaan van de tijd en energie die men had kunnen besteden aan de leden van de eigen geloofsgemeenschap. Mijns inziens zijn de resultaten van interkerkelijke dialogen vrij mager, met name voor de joden. In breder maatschappelijk verband steken anti-zionisme en antisemitisme, ondanks het zogenaamde groeiende wederzijdse begrip, juist tegenwoordig weer de kop op. Het is wellicht erg interessant te zien dat de christenen zich herbezinnen op hun dogma’s en hun houding tegenover de joden, met name dit laatste punt is zeker ook voor joden van belang, maar antisemitisme is in eerste instantie een christelijk probleem, waarmee de christenen in het reine moeten komen.

Ba’alee tesjoeva
De resultaten van de ba’alee-tesjoewa-beweging (de terugkeer van verafstaanden binnen het jodendom) zijn daarentegen verbluffend. Ik durf zelfs te beweren dat sommige sjoels zonder de directe of indirecte inspanningen van de voormannen van deze beweging niet in stand zouden zijn gebleven vanwege de assimilatie, die vele jonge joden reeds gedeeltelijk of geheel had meegezogen.
De discussie tussen joden en christenen vindt voornamelijk plaats binnen overlegorganen. De leden uit deze groepering zijn bereid werkelijk naar elkaar te luisteren. Verschillende argumenten uit voorgaande zijn hier niet van toepassing. Het is zeker niet mijn bedoeling de werkzaamheden van de overlegorganen in diskrediet te brengen maar enkele kanttekeningen zijn, zeker gezien de internationale aspecten van een dialoog, op hun plaats. Binnenkerkelijk geloof verdient de voorkeur boven interkerkelijk geloof.

R. Travers Herford, een christelijk theoloog, verklaarde eens: “Jodendom is een onafhankelijk systeem, dat het christendom niet nodig heeft, terwijl het christendom het pure joodse geloof nodig heeft om het te behoeden voor heidense invloeden”.

 

©Dayan mr. drs. R. Evers 2011

«      1   |   2   
Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.