18 Adar 5784 | 28 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Ruth en chesed
Publicatiedatum: zondag 29 mei 2022 Auteur: opperrabbijn Evers | 482 keer gelezen
Gioer, Sjavoe'ot, Opperrabbijn R. Evers »
Op Sjawoe‘ot lezen we Megillat Ruth. Chazal, onze Wijzen geven aan dat in deze Megilla geen halachot (voorschriften) voorkomen en deze Megilla voornamelijk werd uitgekozen om de cruciale rol van Chesed in het joodse leven te benadrukken. Maar wat is Chesed?

Chesed
Valt de term "Chesed" te definieren? Maimonides [More Newoechiem 3:53] omschrijft het als volgt: Goed doen voor iemand aan wie je niets verplicht bent. Kort samengevat: liefdedaden om niets.

En daarom wordt al het goeds dat HaSjeem (G’d) ons doet Chesed genoemd, want G’d is ons niets verplicht.

Chazal,onze Wijzen, leggen uit [B.T. Soeka 49b], dat er drie verschillen bestaan tussen Chesed en Tsedaka. In alle gevallen staat Chesed hoger aangeschreven dan Tsedaka. Tsedaka is zeker belangrijk maar Chesed is verhevener:

• Tsedaka wordt alleen gegeven aan armen, Chesed ook aan rijken, zoals een welgesteld persoon die opeens zonder geld of slaapplaats zit. Hij heeft alles geinversteerd en zit thans tijdelijk zonder contanten.
• Tsedaka kan alleen met geld verricht worden, of iets gelijkwaardigs. Chesed omvat meerdere liefdadige middelen: een opbeurend woord, goede raad, ziekenbezoek, troost.
• Tsedaka wordt gegeven slechts aan levende mensen. Chesed is ook mogelijk aan overledenen: verzorging rond een begrafenis en leren voor een overledene als "iloej nesjama" (stijging van zijn of haar ziel).

Het gaat hier om diepgaande ideeen, die reeds uitgebreid aan de orde komen in de Zohar (2e eeuw): iemand verricht een bepaalde daad. In onze wereld, hier, "beneden". Maar deze daad heeft ook een uitwerking "daar", "Boven". Er bestaat geen enkele daad die geen uitwerking heeft. De daad blijft doorwerken door de wet van behoud van religieuze energie. Hier doel ik niet op een uitwerking in de Olam Haba, in Gan Eden. Nee! Het betreft uitwerkingen in onze hedendaagse wereld, in ons dagelijks leven.
Als iemand Chesed doet in onze realiteit, dat doet HaSjeem ook Chesed van boven af richting onze wereld. Want onze daden hebben uitwerking en wisselwerking.

De dochter van Rabbi Akiwa
Door sterrewichelaars werd Rabbi Akiwa verteld dat zijn dochter op de dag van haar chatoena (bruiloft) zou sterven. Hoewel men aan zulke verhalen geen echt geloof hoort te hechten, was Rabbi Akiwa toch bezorgd. Hij wist niet wat te doen. Zijn dochter trouwde. De volgende ochtend vroeg ging Rabbi Akiwa haar bezoeken, om te kijken of alles in orde is. Ze vertelde hem dat een rechtstreeks wonder is gebeurd. Na de chatoena, in de woning, had ze een spijker in de muur geslagen om haar hoofddeksel op te hangen. De volgende ochtend pakte ze het hoofddeksel maar de spijker kwam ook uit de muur. Samen met die spijker kwam ook een giftige slang, dood, mee de muur uit. De spijker had die slang blijkbaar gedood en haar leven gered.

Rabbi Akiwa vroeg welke mitswa (goede daad) ze gisteren gedaan had, dat haar zo'n wonder toekwam. Ze vertelde: gisteren was iedereen bezig met voorbereidingen voor de chatoena en niemand zag de arme man bij de ingang die om eten verzocht. Ik heb hem toen mijn maaltijd gegeven.

Toen begreep Rabbi Akiwa wegens welke Chesed, ze gered was. Laten we een detail goed begrijpen: Rabbi Akiwa’s dochter gaf Tsedaka aan een arme. En zijzelf, die niet arm was, had juist Chesed nodig.

We moeten iets van Chesed proberen te doen. Dan zegt HaSjeem a.h.w.: zie Mijn kinderen hebben zelf Chesed nodig. Desondanks willen ze geen Chesed nemen, maar geven. Dan zou Ik toch zeker Chesed moeten geven.
In moeilijke tijden moeten we nog eens extra Chesed op ons nemen. Dat brengt dan extra Chesed van Boven. Interactie tussen beneden en Boven beheerst het Jodendom.
In voorgaande generaties was Chesed zo vanzelfsprekend, dat deze daden voor zich spraken en niemand daartoe schriftelijke aanwijzingen nodig had. Maar in onze dagen ligt dat anders. Twee generaties geleden, is een grote Talmied chagam (geleerde) opgestaan en heeft dit werk op zich genomen. Deze geleerde heette Jisraeel Meir, of naar z'n meer bekende bijnaam: de Chafeets Chaim.

Er wordt verteld, dat in de Jesjiewa (leerschool) van de Chafeets Chaim een bepaald Gemach (liefdadigheidsfonds) was. Tijdelijk was er niemand die dat Gemach beheerde. De Chafeets Chaim verzocht een leerling, laten we hem Oeri noemen, om dit Gemach te beheren. Oeri weigerde aanvankelijk, want dan zou hij minder tijd hebben om Tora te leren.
De Chafeets Chaim gaf de hem eigen glimlach, en verzocht Oeri de Gemara van Rosj Hasjana te brengen. Oeri deed dat onmiddelijk, de Chafeets Chaim sloeg voor hem pagina 18a open, en liet zien wat de Talmoed over twee geleerden vertelt. De ene heette Raba, de ander Abaje. Raba leefde 40 jaar, Abaje 60 jaar. De weduwe van Raba vroeg verdrietig waarom haar man zo vroeg gestorven is, hij had toch immers niet minder Tora geleerd dan Abaje. En het antwoord was, dat Raba slechts Tora had geleerd [en natuurlijk ook Chesed gedaan, maar hij had nog meer Chesed kunnen doen], terwijl Abaje Chesed in grote mate aan z'n Tora-studie had gekoppeld. En dus, besloot de Chafeets Chaim aan Oeri, kan jij het Gemach gaan beheren, zonder bang te zijn dat je te weinig tijd zou hebben voor Tora studie.

Chesed in de Megilat Ruth
Megilat Ruth bevat geen Halacha. Termen als verplicht of verboden, rein of onrein, komen er niet in voor. Waarom is deze Megila dan geschreven? Om ons te laten zien hoeveel beloning er is voor hen die Chesed doen [Midrasj Raba, Ruth 2:15].

De Tora gebiedt om Chesed te doen met een arme, met een vreemdeling en met een proseliet. Ruth was alledrie:

• Ze was arm, en ging dus rapen op de velden;
• Ze was vreemdelinge, uit Moav;
• Ze was joods geworden.

Een van de sterke punten van Ruths Chesed is haar bekering tot het Jodendom. De kans om "rust" te vinden "in het huis van haar echtgenoot", zoals Naomi [1:9] toewenst, is dan bijzonder klein. Zowel wegens de redenen die Naomi zelf aandraagt alsook wegens de reden dat ze als gioret, weduwe en vreemdelinge weinig kans maakt te hertrouwen. Ruth was dochter van een Moabitische vorst: wie kon al haar wensen inwilligen? Er was bovendien een halachische vraag in hoeverre een Moabitische vrouw überhaupt wel mag uitkomen [4:6].

Het woord Ruth in getallenwaarde is 606: Reesj = 200, Waw = 6, Tav = 400, totaal dus 606. Ruth was reeds verplicht tot de zeven Noachidische geboden. Thans nam ze nog eens 606 Mitswot op zich, en hield nu dus 613 Mitswot.

Chag sameach!


©Opperrabbijn Evers 2022
Copyright © 2022 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.